Panasonic DMCTZ22EG 操作指南

下载
页码 76
52   
VQT3G98
VQT3G98
   53
 Fotograferen met een flitser
Opnamemodus:    
 
 
 
 
 
 
Druk op ► zodat er [Flitser] verschijnt
Gebruik de cursortoets om het gewenste type te kiezen en 
druk dan op [MENU/SET]
Type, bewerkingen
Toepassingen
[Auto]
 
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of 
niet
Normaal gebruik
[Auto/rode-og]
1
 
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of 
niet (met rode-ogenreductie)
Onderwerpen in een donkere 
omgeving fotograferen
[Flitser altijd aan]
 
• Altijd flitsen
Fotograferen met achtergrondlicht 
of onder felle lampen (bijvoorbeeld 
tl-licht)
[Gdw. aan/rode-og]
1
 
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[Lngz. sync./rode-og]
1
 
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst of 
niet (met rode-ogenreductie en lange sluitertijd 
voor meer helderheid)
Onderwerpen fotograferen tegen een 
nachtlandschap (statief aanbevolen)
[Gedwongen uit]
 
• Nooit flitsen
Plaatsen waar u niet mag flitsen
1
  Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert, 
afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Als [Rode-ogencorr] in het menu [Opname] op [ON] staat, verschijnt 
 bij het pictogram van de 
flitser, worden rode ogen automatisch waargenomen en worden fotogegevens gecorrigeerd. (Alleen 
wanneer [AF mode] is ingesteld op 
 (Gezichtsdetectie))
 
Beschikbare typen in elke modus 
(
○: Beschikbaar, –: Niet beschikbaar, 
: Oorspronkelijke instelling)
 
 
 
 
 
 
 
2
2  
Stel in op 
 of 
 afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
 
• De flitser is niet te gebruiken bij het filmen of het nemen van 3D-foto’s, of in de 
scènemodi 
 of 
.
 
De sluitertijden zijn als volgt:
 
 : 1/60∗
3
 - 1/4000ste
 
,   : 1∗
3,
4
 - 1/4000ste
Afhankelijk van de instelling voor [Korte sluitert.]. 
4  
Wanneer [Korte sluitert.] staat ingesteld op [AUTO] en er wordt beweging waargenomen wanneer 
[Stabilisatie] wordt ingesteld op [ON], is de maximale sluitertijd 1/4 seconde. Varieert tevens in de 
modus [Intelligent auto] en diverse scènemodi, enz.
 
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt 
beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de 
voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-
ogenreductie verwaarloosbaar.
 
Let op dat u het flitsvenster (→9) niet met uw vingers bedekt en kijk niet van 
dichtbij (enkele centimeters) in de flitser.
Gebruik de flitser niet vlakbij kwetsbare onderwerpen (de hitte/fel licht van de 
flitser kan het onderwerp beschadigen).
 
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
 
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
 
Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte 
afstanden zonder dat de zoom wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W - 
groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen. 
 
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt 
opgeladen) (bijvoorbeeld 
).
 
Als er te weinig licht is, kan de belichting of de witbalans niet optimaal zijn.
 
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser 
enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
 
Het beschikbare flitsbereik wanneer de [Gevoeligheid] instelling [AUTO] is
Max. W (groothoek) 
Ongeveer 0,6 meter – 5,0 meter
Max. T (tele)
Ongeveer 1,0 meter – 2,8 meter