Panasonic nn-e252 操作指南

下载
页码 12
NI-3
Belangrijke informatie
1) Kooktijden
• De in het kookboek vermelde kooktijden zijn 
bij benadering gegeven. Factoren, die invloed
hebben op de kookduur, zijn: de begin-
temperatuur, de hoeveelheid voedsel en de 
materialen die voor het koken worden 
gebruikt. 
• Begin met de minimale kooktijd om te voor-
komen dat het voedsel te gaar wordt. Als 
het voedsel niet gaar genoeg geworden is, 
kunt u het altijd nog wat langer bereiden. 
OPMERKING: Als u het voedsel langer 
kookt dan de aanbevolen kooktijden, kan 
het bederven, en in extreme gevallen zelfs 
vlam vatten en de magnetronoven 
beschadigen. 
2) Kleine hoeveelheden voedsel 
• Kleine hoeveelheden voedsel met een gering 
vochtgehalte kunnen uitdro-
gen, aanbranden of zelfs ver-
branden als ze te lang wordt 
doorgekookt. Indien het voed-
sel in de oven vlam vat, moet 
de ovendeur ges loten blijven, 
de magnetronoven uitgezet 
worden en moet de stekker uit het 
stopcontact worden genomen. 
3) Eieren
• Kook geen ongepelde eieren en verwarm 
geen hardgekookte eieren met de. Er kan 
een te hoge druk in de eieren ontstaan, 
waardoor ze exploderen, zelfs na bereiding/ 
verwarmen. 
4) Niet-poreuze schil
• Voedsel zonder poreuze schil, zoals 
aardappelen, eierdooiers en worstjes, moeten
ingeprikt worden alvorens ze met de 
magnetronoven te bereiden. Zo voorkomt u 
dat ze exploderen.
5) Vleesthermometer 
• Indien u gebruik maakt van een vleesther-
mometer voor vlees en gevogelte, gebruik 
deze dan alleen wanneer het voedsel 
buiten de magnetronoven is. Gebruik geen 
conventionele vleesthermometer binnen de 
magnetronoven, omdat vonken kunnen 
optreden. 
6) Vloeistoffen 
• Indien vloeistoffen, zoals soep, sauzen en   
dranken opgewarmd worden in uw magne- 
tronoven, kunnen deze zonder te gaan borre-
len heter worden dan het kookpunt.
Hierdoor kan de hete vloeistof plotseling gaan
overkoken. Om dit te voorkomen, kunnen de 
volgende stappen opgevolgd worden:
a)  Gebruik geen rechte glazen of bekers met 
smalle of toelopende bovenkant. 
b)  Niet te lang verwarmen. 
c)  Roer de vloeistof om alvorens deze in de 
oven te plaatsen en roer halverwege de 
opwarmtijd nogmaals om. 
d)  Laat de vloeistof na het verwarmen nog even 
in de oven staan en roer goed om voordat u 
de vloeistof uit de oven haalt. 
7) Papier/kunststof 
• Als u voedsel gaat verwarmen in kunststof 
of papieren bakjes, dient u de oven regel-
matig te controleren omdat deze bakjes bij 
oververhitting vlam kunnen
vatten. 
• Gebruik geen gerecycled pa-
pier (b.v. keukenrol), tenzij het 
papierproduct gekenmerkt is 
als zijnde veilig voor gebruik in
een magnetronoven. Ver-
vuilingen in recycled papier 
kunnen in de magnetron 
vonken en/of brand veroorzaken. 
• Verwijder metalen sluitingen van braadzakken
voordat u deze in de oven plaatst. 
8) Keukengerei/folie 
• Verwarm nooit gesloten potjes of flessen 
omdat deze kunnen exploderen. 
• Gebruik geen metalen bakjes of schotels met
metalen randen tijdens de magnetron-functie.
Hierdoor kunnen er vonken ontstaan 
• Bij gebruik van aluminiumfolie, vleesspiesen 
of andere metalen voorwerpen, moet de af-
stand tot de ovenwanden minimaal 2 cm 
bedragen om vonkoverslag te voorkomen. 
9) Zuigflessen/potjes babyvoeding 
• De speen of deksel moeten verwijderd wor-
den van zuigflessen of potjes babyvoedsel 
alvorens ze in de magnetronoven te plaatsen. 
• Schud zuigflessen goed en roer de inhoud 
van de potjes met babyvoeding een paar 
maal om. 
• Controleer de temperatuur van het voedsel 
voor het nuttigen zorgvuldig om een 
mogelijke verbranding te voorkomen.