Panasonic DX-600 说明手册

下载
页码 255
Verklarende woordenlijst
250
Netwerk-adres
Individueel 4-cijferig getal, toegewezen aan een snelkiestoets/verkort nummer, ter 
identificatie van een bestemming binnen een relais-netwerk.
Netwerk-wachtwoord
A 4-digit password assigned to a network address to prevent unauthorized stations from
accessing a relay station.
Nummervorming met 
faxgdeelte
Rechtstreekse vorming van telefoonnummers vanop het faxgedeelte, dus met de
telefoonhoorn ingehaakt.
Nummervorming met 
telefoongedeelte
Rechtstreekse vorming van telefoonnummers vanop het telefoongedeelte, nadat men de
hoorn heeft afgehaakt.
Ontvangstwachtwoord
Een wachtwoord met 4 cijfers dat vóór de ontvangst van een document wordt
gecontroleerd.
Opgeslagen documenten
Documenten die werden ingescand en nu in het geheugen van uw toestel zijn
opgeslagen.
Oproepfase
Uitwisseling van een aantal controlesignalen tussen zender en ontvanger. Deze signalen 
bepalen de omstandigheden waarin communicatie kan plaatsvinden.
Overlappende afdruk
Documenten die te lang zijn kunnen verkleind worden om automatisch afgedrukt te 
worden op twee pagina's met een overlappende strook van ong. 10 mm.
Panasonic Super-
afvlakking
Elektronische beeldverbeteraar die welbepaalde patronen creëert om de afdrukkwaliteit te
verbeteren.
Polling
De mogelijkheid om documenten van een ander faxtoestel op te vragen.
Polling-wachtwoord
Een geprogrammeerde code met 4 cijfers die een beveiliging voor de polling-documenten
instelt.
POP (Post Office Protocol)
POP heeft te maken met de manier waarop e-mailsoftware zoals Eudora of uw toestel e-
mail van een mailserver haalt.
U hebt altijd een POP-account nodig dat door uw e-mailsoftware wordt gebruikt voor het
ophalen van uw mail.
Programmatoetsen
Toetsen waaronder een reeks van stations worden opgeslagen die gebeld of voor polling
gebruikt moeten worden.
Protocol
Een protocol is de speciale set van communicatieregels die de eindpunten in een
telecommunicatieverbinding gebruiken om signalen over en weer te zenden. Beide
eindpunten moeten hetzelfde protocol herkennen en respecteren.
PSTN
Public Switched Telephone Network. Netwerk van onderling verbonden
schakelapparatuur en verzendingsfaciliteiten.
Relaisadres
Een code van 3 cijfers als identificatie dat uw toestel in een relaisnetwerk is
geprogrammeerd.
Relaisnetwerk
Een groep toestellen die communiceren via een relaistoestel.
Relaistoestel
Een bepaald soort machine dat documenten kan opslaan en doorzenden naar een
eindontvangtoestel en/of een relaistoestel in een ander relaisnetwerk.
Uw toestel kan niet als een relaistoestel worden gebruikt.
Relaisverzending
Het verzenden van een document naar een relaistoestel, dat het vervolgens naar het
eindontvangtoestel verzendt.
Relaisverzendingsverslag
Een verslag dat informatie bevat over de laatste documentverzending naar een
relaistoestel.
Resolutie
Heeft betrekking op het aantal gescande of gedrukte punten per vierkante centimeter.  De
kwaliteit van het beeld neemt toe naarmate het aantal punten per vierkante centimeter
stijgt.
Router (Gateway)
Een speciale computer (of softwarepakket) dat de verbinding tussen 2 of meer netwerken
verzorgt.
Gateways gedragen zich als verkeersagenten, d.w.z. zij bekijken voortdurend de
bestemmingsadressen van de pakketten die ze verwerken en beslissen via welke route ze
hen zullen zenden.
Selectieve ontvangst
Functie die zo kan worden ingesteld dat het toestel alleen kan ontvangen van de
toestellen die in de nummerkiezer zijn geprogrammeerd.
Server
Een computer of een softwarepakket dat een specifieke dienst biedt aan clientsoftware die
draait op andere computers.
Eén enkel servertoestel zou meerdere verschillende serversoftwarepakketten kunnen
draaien, zodat het als meerdere verschillende servers fungeert voor clients op het
netwerk.