Panasonic TH-65VX300ER 操作指南

下载
页码 74
29
Beeldinstellingen
● Picture Mode
U kunt overschakelen op de optimale beeldfunctie voor de
videobron en de omgeving.
  
Monitor
Normal
Cinema
Dynamic
Normal:
Voor het kijken in een normale omgeving 
(avondverlichting).
Dit menu stelt de normale niveaus voor de helderheid en 
het contrast in.
Dynamic:
Voor het kijken in een heldere omgeving.
Dit menu stelt de helderheid en het contrast hoger dan 
normaal in.
Cinema:
Voor gebruik bij de weergave van op kleurtoon gerichte 
beelden met een lagere helderheid.
Monitor:
Voor gebruik bij het maken van uitzendingen of
speelfi lmmateriaal.
Voor dit beeld geldt dat zelfs als het algemene
beeldniveau (APL) verandert, toch de helderheid van de 
gebieden met hetzelfde signaalniveau niet verandert.
Opmerkingen:
Wanneer “Monitor” is gekozen voor de “Picture Mode” beeldfunctie, kunnen de volgende menu-onderdelen niet 
• 
worden ingesteld.
Picture-menu: Contrast
Screensaver-menu: Peak limit (zie pagina 55)
Setup-menu: Power save (zie pagina 43)
Als u de beeld- of kleurinstelling op het gekozen “Picture” menu wilt wijzigen, kunt u dit doen met behulp van de 
• 
betreffende menu-opties in het “Picture” menu. (zie de volgende pagina)
● Contrast
Voor het instellen van een juist 
beeldcontrast.
Minder
Meer
● Brightness
Voor een meer duidelijke weergave 
van donkere beelden zoals avond- of 
nachtscènes.
Darker
Lichter
● Colour
Voor het versterken of verzwakken van de 
kleuren.
Minder
Meer
● Hue
Voor het instellen van een mooie 
huidskleur.
Roodachtig
Groenachtig
● Sharpness
Voor het instellen van de beeldscherpte.
Minder
Meer
● White balance
Hiermee schakelt u tussen verschillende 
schermkleurtonen.
  
Normal: Gemiddelde kleurtemperatuur (9300K).
Warm:   Kleuren met een rode tint (6500K).
Warm2: Kleuren met een rode tint (6100K). 
Warm3: Kleuren met een rode tint (5600K). 
Studio:   Optimale kleurtemperatuur voor studioweergave 
(3200K).
Cool:     Kleuren met een blauwe tint (11500K). 
  
             *  “Studio” kan worden gewijzigd als 
“Studio mode” in het menu Options is 
ingesteld op “On”. (zie pagina 60)
Opmerkingen:
U kunt het niveau van iedere functie (Contrast, Brightness, Colour, Hue en Sharpness) voor ieder 
• 
“Beeldfunctie” instellen.
De instellingen voor “Normal”, “Dynamic”, “Cinema” en “Monitor” worden voor iedere ingangssignaalfunctie 
• 
afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
Er is weinig verandering als de helderheid van een helder beeld wordt verhoogd of de helderheid van een 
• 
donker beeld wordt verzwakt.
Warm2
Warm3
Warm
Normal
Studio*
Cool