Renkforce DJ CD Player SCDJ-350USB SCDJ-350USB 数据表

Om bij het mixen of faden tussen twee signaalbronnen een “zuivere” overgang te krijgen, is het vaak nood-

zakelijk om het ritme (beat) aan te passen.
Dit kan op drie manieren:
•  Met de schuifregelaar PITCH (26). Hiermee kan de afspeelsnelheid statisch (blijvend) worden veranderd. 

Deze functie kan worden gebruikt, als twee nummers qua beatsnelheid helemaal anders zijn.

•  Met de toets PITCH BEND +/- (27). Hiermee kan de afspeelsnelheid tijdelijk (kort) worden veranderd. 

Deze functie kan worden gebruikt als twee nummers qua beat gelijk zijn en alleen het inzetpunt moet 

worden gesynchroniseerd.

•  Met het JOG-wiel (14). Door te draaien aan het wiel kan de afspeelsnelheid tijdelijk (kort) worden ver-

anderd. De snelheidsverandering is afhankelijk van de draaisnelheid aan het JOG-wiel. Deze functie 

wordt eveneens gebruikt, als twee nummers qua beat gelijk zijn en alleen het inzetpunt moet worden 

gesynchroniseerd.

Om de BPM-waarde (Beats per Minute) van een titel te bepalen, drukt u op de toets TAP (30) op de maat 

van de muziek. Op het scherm wordt rechts de BPM-waarde (Beats per Minute) weergegeven.
PITCH-schuifregelaar
•  Activeer de schuifregelaar PITCH (26) door de toets PITCH (28) in te drukken. De toets licht op.
•  Stel het gewenste regelbereik van de PITCH-schuifregelaar (26) in door op de toets PITCH (28) te druk-

ken. De instelling wordt via de 3 led’s van de PITCH-aanduiding (29) gesignaleerd.

•  Verander de afspeelsnelheid door de PITCH-schuifregelaar (26) naar boven of beneden te schuiven. Als 

de schuifregelaar precies in het midden staat, vindt het afspelen op de originele snelheid plaats.

PITCH-BEND-toetsen
•  Houd de betreffende toets PITCH-BEND +/- (27) tijdens het afspelen ingedrukt om de snelheid te wijzigen.
  De toets PITCH BEND - verlaagt de snelheid.
  De toets PITCH BEND + verhoogt de snelheid.
•  In welke mate de afspeelsnelheid wordt veranderd, is afhankelijk van hoe lang de betreffende toets 

PITCH BEND ingedrukt wordt gehouden.

•  Na het loslaten van de toets keert de weergave terug naar de originele snelheid resp. de snelheid die 

door de PITCH-schuifregelaar (26) is bepaald.