Synology EDS14 用户手册

下载
页码 121
 
 
 
 
Gebruikershandleiding Synology NAS 
Gebaseerd op DSM 4.3 
 
98  Hoofdstuk 18: Non-stopservice met Synology High Availability aanbieden 
 
 
 
Passieve server 
In normale omstandigheden verkeert de passieve server in stand-bymodus. Gegevens op de actieve server 
worden continu gerepliceerd naar de passieve server. Als de actieve server geen services meer kan leveren, 
kunt u of kan het systeem een overschakeling naar de passieve server initialiseren. 
Synology High Availability installeren 
U kunt Synology High Availability installeren via het 
Hoofdmenu
 > 
Package Center
Systeemvereisten 
Implementatie van Synology High Availability vereist twee identieke Synology NAS-servers die als actieve  
en passieve servers fungeren.
Systeemvereisten 
 Voordat de twee Synologyservers in een high-availability cluster worden 
samengebracht, zal de Synology High Availability-wizard de hardware- en softwarebeperkingen controleren  
om te garanderen dat er een high-availability cluster kan worden gecreëerd. 
 
Synology NAS: de actieve als de passieve servers moeten identieke modellen zijn en Synology High 
Availability ondersteunen. 
 
DSM-versie: dezelfde versie van DSM moet op de actieve en passiever servers zijn geïnstalleerd. 
 
Pakketversie: dezelfde versie van het Synology High Availability moet op beide Synology NAS-servers zijn 
geïnstalleerd. 
Volume en harde schijf 
De volgende richtlijnen zijn van toepassing voor schijfgroep, volume en hardeschijfbeheer. 
 
Opslagvolume: om gegevensreplicatie toe te laten, moet de opslagcapaciteit van de passieve server groter  
of gelijk zijn aan de capaciteit van de actieve server. Het is raadzaam ervoor te zorgen dat de opslagcapaciteit 
van beide servers identiek is om inconsistentierisico's te beperken. 
 
Aantal schijven: de actieve en passieve servers moeten hetzelfde aantal harde schijven tellen. Bovendien 
moeten nummering en positie van de harde schijven op beide servers overeenstemmen. 
 
SHR-indeling niet ondersteund: volumes met SHR-indeling worden niet ondersteund. Zorg dat de Synology 
NAS-server die als actieve server gaat fungeren geen opslagvolumes in SHR-indeling bevat. 
Netwerkomgeving 
Voor netwerkinstellingen gelden de volgende richtlijnen. 
 
Netwerkinstellingen: beide servers van de high-availability cluster moeten een statisch IP-adres toegewezen 
krijgen. Zorg dat uw Synology NAS-servers een statisch IP-adres hebben in plaats van DHCP IP-adressen. 
Zorg er bovendien voor dat de IP-adressen van beide servers toegankelijk zijn en tot hetzelfde subnet behoren. 
Zo niet, kunnen er fouten optreden bij het starten van een overschakeling naar de passieve server. 
 
Aantal LAN-poorten: beide servers moeten hetzelfde aantal LAN-poorten tellen. Is uw Synology-NAS 
uitgerust met extra netwerkkaartinterfaces, dan tellen deze netwerkkaarten ook als aanvullende LAN-poorten. 
 
PPPoE niet ondersteund: Synology High Availability ondersteunt geen PPPoE. Zorg ervoor dat PPPoE is 
uitgeschakeld voor u de high-availability cluster aanmaakt. 
 
Wi-Fi niet ondersteund: Synology High Availability ondersteunt geen Wi-Fi. Zorg ervoor dat Wi-Fi is 
uitgeschakeld voor u de high-availability cluster aanmaakt. 
--------- 
1
 Synology High Availability kan alleen op specifieke modellen worden geïnstalleerd.