Tunturi E80R User Manual

Page of 112
NL
H A N D L E I D I N G 
 
49
T-ROAD
BELANGRIJK:
 u kunt alleen een T-ROAD-
trainingssessie uitvoeren als de geheugenstick 
in de meter is geplaatst. T-ROAD is vergelijkbaar 
met T-RIDE, maar tijdens een T-ROAD-
trainingssessie kunt u ook een video van uw 
trainingsvorderingen bekijken. Tijdens de training 
kunt u het hoogteprofiel of de video weergeven 
met behulp van het keuzewiel.
T-MUSIC
BELANGRIJK:
 u kunt alleen een T-MUSIC-
trainingssessie uitvoeren als de geheugenstick 
in de meter is geplaatst. T-MUSIC-programma’s 
worden gestuurd door de hartslag. Tijdens 
de training verandert het tempo van de 
muziek naargelang de inspanning van de 
trainingssessie. De lengte van het T-MUSIC-
programma bedraagt 40 minuten. U kunt de 
geselecteerde hartslag niet wijzigen tijdens de 
training. Het programma vereist hartslagmeting.
1.
 Kies T-MUSIC.
2.
 Kies een programma (1 t/m 3) met het 
keuzewiel. Bevestig uw keuze door het 
keuzewiel in te drukken.
3.
 Start het programma door de pedalen 
te bewegen. Tijdens de training kunt u de 
inspanning of hartslag weergeven met behulp 
van het keuzewiel.
4.
 Na 40 minuten geeft de meter een pieptoon 
weer en is de trainingssessie voltooid.
5.
 Om de trainingsessie te beëindigen drukt 
u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie 
vervolgens afsluiten door de optie EXIT te 
kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door 
SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw 
trainingssessie door CONTINUE te kiezen.
EIGEN TRAINING
U kunt tot 100 trainingsprogramma’s maken en 
opslaan op de meter.
EEN pROGRAMMA OpSLAAN
1.
 Beëindig uw trainingsessie door op BACK/
STOP te drukken.
2.
 Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze.
3.
 Voer een naam in voor de trainingssessie en 
bevestig deze naam met het keuzewiel.
BELANGRIJK! 
U kunt alleen programma’s opslaan 
die langer dan tien minuten duren.
BELANGRIJK! 
Om een trainsessie op te slaan 
dient u een gebruikersnaam te kiezen.
OpGESLAGEN pROGRAMMA’S GEBRUIKEN
1.
 Kies EIGEN TRAINING.
2.
 Kies een trainingsessie in de lijst.
3.
 Kies de gewenste methode voor de uitvoering:
A)
 Herstart = herhaal de training zoals deze is 
opgeslagen
B)
 Aanpassen = bewerk de duur van de 
opgeslagen training voordat deze in gebruik 
wordt genomen
C)
 Race = houd een wedstrijd tegen de 
opgeslagen trainingsprestatie.  
BELANGRIJK!
 Bij de wedstrijdfunctie kunt u 
alleen programmaprofielen gebruiken die zijn 
gemaakt in de manual functie. In dergelijke 
profielen wordt de weerstand weergegeven in 
standaard krukasmoment (Nm).
4.
 Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te 
drukken.
A)
 Herstart = begin de training door te gaan 
fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de 
trainingssessie in met het keuzewiel.
B)
 Aanpassen = kies de duur van de training 
met de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 
180 min.). Begin de training door te gaan 
fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de 
trainingssessie in met het keuzewiel.
C)
 Race = kies met het keuzewiel de 
racemodus (tijd: de afstand die u in een 
bepaalde tijd kunt afleggen; of afstand: hoe 
snel u een bepaalde afstand kunt afleggen) 
en bevestig uw keuze door het keuzewiel in te 
drukken. Op het display wordt een programma 
weergegeven dat eerder is opgeslagen. 
Beweeg de pedalen om met de race te 
beginnen. De stippellijn op het display geeft 
aan of u vóór of achter ligt op het schema 
van de het de meest recent opgeslagen 
trainingssessie met hetzelfde programma. 
Ook de afstand ten opzichte van de vorige 
opgeslagen sessie wordt weergegeven. 
De vorige opgeslagen trainingssessie word 
aangeduid met een lichtblauwe verticale 
stippellijn en uw prestaties tijdens de huidige 
race worden aangeduid door een zwarte 
verticale stippellijn.
5.
 Om de trainingsessie te beëindigen drukt 
u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie 
vervolgens afsluiten door de optie EXIT te 
kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door 
SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw 
trainingssessie door CONTINUE te kiezen.
CONDITIETEST
De condititetest van de monitor is een 
meertrapstest. Deze begint met een lichte 
inspanning, maar afhankelijk van het gekozen 
testmodel neemt de inspanning gelijkmatig toe. 
De meertrapstest is een veilige en betrouwbare 
submaximale manier om de lichamelijke conditie 
te testen. De test wordt voortgezet tot de 
individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % 
van uw maximale hartslag) is bereikt. Voor de 
test is het gebruik van de hartslagriem vereist: 
tijdens de test houdt de monitor de wijzigingen 
in de hartslag bij en schat aan de hand daarvan 
uw maximale zuurstofopnamecapaciteit. De 
maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste 
manier om de lichamelijke conditie in te schatten. 
Na de test geeft de meter uiteenlopende 
informatie over uw conditie in de vorm van een