Kaiser Nienhaus 380200 Drive with Toothed Belt Technology 380200 Data Sheet

Product codes
380200
Page of 104
14
02.2006  TR10A033-A  RE
De garagedeuraandrijving is ontworpen voor de bediening
in droge ruimten en mag dus niet buiten worden ge-
monteerd. Het plafond van de garage moet stevig genoeg
zijn om een veilige bevestiging van de aandrijving te
garanderen. Bij een te hoog of te zwak plafond dient 
de aandrijving aan extra versterkingsprofielen te worden
bevestigd.
Opmerking
De meegeleverde montagemiddelen dienen op de 
geschiktheid voor de voorziene montageplaats door 
de installateur te worden gecontroleerd.
De vrije ruimte tussen het hoogste punt van de deur en het
plafond dient (ook bij het openen van de deur) minstens
30 mm te bedragen (zie afbeeldingen
1.1a/1.1b
). Bij een
kleinere vrije ruimte kan de aandrijving, indien voldoende
plaats aanwezig is, ook achter de geopende deur worden
gemonteerd. In dit geval dient een verlengde deurmee-
nemer te worden gebruikt die afzonderlijk moet worden
besteld. Bovendien kan de garagedeuraandrijving max.
50 cm excentrisch worden geplaatst, behalve bij sec-
tionaaldeuren met verhoogd looprailbeslag (H-beslag).
Hiervoor is een speciaal beslag nodig. Het noodzakelijke
stopcontact voor de elektrische aansluiting dient ca. 
50 cm naast de aandrijvingskast te worden gemonteerd.
Controleer deze maat! 
Opmerking
Het waarschuwingsschild tegen knelgevaar dient perma-
nent op een opvallende plaats of in de buurt van vaste 
drukknoppen voor de werking van de aandrijving te worden
aangebracht!
1.3
Waarschuwingen
Vaste bedieningselementen (zoals druk-
knoppen enz.), dienen in het zichtveld van
de deur te worden gemonteerd, maar
weg van bewegende delen en op een
hoogte van minstens 1,5 m. Zij moeten in
elk geval buiten het bereik van kinderen
worden aangebracht!
Er dient op gelet te worden dat
- zich in het bewegingsbereik van de deur 
geen personen of voorwerpen bevinden.
- kinderen niet vlakbij de deur spelen!
- het trekkoord van de mechanische 
ontgrendeling van de geleidingsslede 
niet aan een dakligger of uitspringende 
delen van de wagen of de deur kan 
blijven hangen.
OPGELET
Voor garages zonder een tweede toegang is 
een noodontgrendeling noodzakelijk, die het
mogelijk buitensluiten verhindert. Deze dient
afzonderlijk te worden besteld en maandelijks
op een goede werking te worden gecontroleerd.
OPGELET
Niet met het lichaamsgewicht aan het 
ontgrendelingskoord gaan hangen!
1.4 Onderhoudsrichtlijnen
De garagedeuraandrijving is onderhoudsvrij. Voor uw eigen
veiligheid wordt aanbevolen de deurinstallatie volgens
de richtlijnen van de fabrikant door een vakman te
laten controleren. De controle en het onderhoud mogen
alleen door een vakkundig persoon worden uitgevoerd.
Wend u tot uw leverancier. Een optische controle kan
door de gebruiker worden uitgevoerd. Wend u voor
noodzakelijke herstellingen tot uw leverancier. Voor een
niet vakkundig uitgevoerde herstelling nemen wij geen
aansprakelijkheid. 
1.5
Opmerkingen bij de illustraties
Bij de illustraties wordt de montage van de aandrijving op 
een kanteldeur voorgesteld. Bij montageafwijkingen aan 
een sectionaaldeur wordt dit extra aangeduid. Hierbij 
wordt de nummering van de illustraties door de letter
O
voor sectionaaldeuren en 
O
voor kanteldeuren
aangegeven.
Enkele illustraties zijn extra voorzien van onderstaand
symbool en een tekstverwijzing. Onder deze tekstver-
wijzingen staat belangrijke informatie voor de montage
en de bediening van de garagedeuraandrijving in het
aansluitende tekstdeel.
Voorbeeld:
= zie tekstdeel, hoofdstuk 2.2
Bovendien wordt in de illustraties en het tekstdeel, op de
plaatsen waar de DIL-schakelaars van de aandrijving 
worden toegelicht, het volgende symbool weergegeven.
= dit symbool kenmerkt de 
fabrieksinstelling(en) van 
de DIL-schakelaars.
Door de auteurswet beschermd. 
Gehele of gedeeltelijke nadruk is zonder onze toestemming 
niet toegestaan. Constructiewijzigingen voorbehouden.
2.2
N E D E R L A N D S