Fujifilm FUJIFILM X10 Manuel Du Propriétaire
111
Problee
mo
p
los
si
si
n
g
Problemen en oplossingen
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
De camera kan niet wor-
den ingeschakeld.
den ingeschakeld.
• • De zoomring (ON/OFF schakelaar) is niet correct vastgedraaid
De zoomring (ON/OFF schakelaar) is niet correct vastgedraaid: Draai de zoomring tot OFF en draai de zoomring
daarna terug op het punt tussen 28 en 112 (
daarna terug op het punt tussen 28 en 112 (
P 15).
• De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P 10).
• De batterij is niet goed geplaatst: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment
(
P 11).
• De afdekkap van het batterijcompartiment is niet vergrendeld: Vergrendel de afdekkap (
P 11).
• De netstroomadapter of het DC-koppelstuk zijn niet goed aangesloten: Sluit de netstroomadapter en het DC-
koppelstuk goed aan.
De batterij raakt snel leeg.
• De batterij is koud: Warm de batterijen op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de bat-
terijen pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
• Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
• •
• •
o
o HELDERDER LCD
HELDERDER LCD is geselecteerd voor
x
x ENERGIE BEHEER
ENERGIE BEHEER: Selecteer
n
n ENERGIE BESP.
ENERGIE BESP. om de
batterij minder te belasten (
P 105).
• •
R
R is als opnamestand geselecteerd: Selecteer de B
B-stand om de batterij minder te belasten (P 23).
•
x VOLGEN is geselecteerd voor F SCHERPSTELLING: Selecteer een andere AF-stand (P 86).
• AF-C is geselecteerd als scherpstelstand: Selecteer een andere scherpstelstand (
P 46).
• De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een
nieuwe batterij.
De camera wordt plotse-
ling uitgeschakeld.
ling uitgeschakeld.
• • De zoomring (ON/OFF schakelaar) is niet correct vastgedraaid
De zoomring (ON/OFF schakelaar) is niet correct vastgedraaid: Draai de zoomring tot OFF en draai de zoomring
daarna terug op het punt tussen 28 en 112 (
daarna terug op het punt tussen 28 en 112 (
P 15).
• De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P 10).
• De netstroomadapter of het DC-koppelstuk is afgekoppeld: Sluit de netstroomadapter en het DC-koppelstuk
opnieuw aan.
De batterij wordt niet
opgeladen.
opgeladen.
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit de lader aan op een stopcontact (
P 10).
Het opladen verloopt
traag.
traag.
Het opladen verloopt traag (
P iv).
De laadindicator brandt,
maar de batterij laadt
niet op.
maar de batterij laadt
niet op.
• Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen schoon met een zachte, droge doek.
• De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een
• De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een
nieuwe batterij. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan worden
opgeladen.
opgeladen.
• De batterij is te warm of te koud: Wacht totdat de batterijtemperatuur is gestabiliseerd (
P 10).
Probleemoplossing