Philips HTS7201/12 Manuale Utente
36
9 Software bijwerken
Om voortdurend de beste functies en
ondersteuning te krijgen voor uw home cinema
dient u regelmatig de software bij te werken.
Vergelijk de versie van uw huidige software met de
nieuwste versie op www.philips.com/support.
De softwareversie controleren
1
Druk op (Startpagina).
2
Selecteer
[Configuratie] en druk vervolgens
op OK.
3
Selecteer
[Geavanc.] > [Versie-informatie]
en druk vervolgens op OK.
»
De softwareversie wordt weergegeven.
Software via internet bijwerken
1
Sluit uw home cinema aan op het netwerk.
Gebruik een
•
bekabelde netwerkverbinding (zie ‘Het
bekabelde netwerk instellen’ op pagina
15) of een
•
‘Het draadloze netwerk instellen’ op
pagina 16).
2
Druk op (Startpagina).
3
Selecteer
[Configuratie] en druk vervolgens
op OK.
4
Selecteer
[Geavanc.] > [Software-update]
> [Netwerk].
»
Als upgrademedia worden gevonden,
wordt u gevraagd of u de update wilt
starten of annuleren.
5
Volg de instructies op de TV op om het
bijwerken te bevestigen.
»
Wanneer het bijwerken van de software
is voltooid, wordt de home cinema
automatisch uitgeschakeld en opnieuw
gestart. Als dat niet het geval is, koppelt u
het netsnoer enkele seconden los en sluit
u het daarna weer aan.
Schermbeveiliging
Schakel uw home cinema automatisch naar de
schermbeveiligingsmodus als:
•
het apparaat in de pauze- of stopmodus
staat, en
•
er gedurende 10 minuten niet op een knop
wordt gedrukt.
1
Druk op (Startpagina).
2
Selecteer
[Configuratie] en druk vervolgens
op OK.
3
Selecteer
[Voorkeur] >
[Schermbeveiliging] > [Aan] en druk
vervolgens op OK.
Weergavedisplay
De helderheid van het display van de home
cinema wijzigen.
1
Druk op (Startpagina).
2
Selecteer
[Configuratie] en druk vervolgens
op OK.
3
Selecteer
[Voorkeur] > [Display] en druk
vervolgens op OK.
4
Selecteer de helderheid en druk vervolgens
op OK.
Fabrieksinstellingen toepassen
De standaardinstellingen van uw home cinema
herstellen. U kunt de instellingen voor het
kinderslot niet herstellen.
1
Druk op (Startpagina).
2
Selecteer
[Configuratie] en druk vervolgens
op OK.
3
Selecteer
[Geavanc.] > [Standaardwaarden
herstellen] en druk vervolgens op OK.
4
Selecteer
[OK] en druk vervolgens op OK.
NL