Panasonic DMC-TZ7 Guia De Utilização

Página de 64
32   
VQT2C01
VQT2C01
   33
Foto’s nemen met automatische instellingen
‘INTELLIGENT AUTO modus’ (vervolg)
Modus: 
Foto’s maken met uw eigen instellingen
‘NORMALE FOTO stand’
Modus: 
Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning
Wanneer de camera automatisch de scène waarneemt en vaststelt dat er personen als 
onderwerp in uw foto voorkomen (
 of 
), wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en dan 
 Gezichtsherkenning 
 
    De gezichten van personen die vaak in uw foto’s voorkomen kunnen worden 
geregistreerd, samen met hun naam, leeftijd en andere gegevens.
   Bij het fotograferen met  de ‘GEZICHT HERK.’ (blz. 63) op ‘ON’ wordt bij de 
scherpstelling en belichting ook gelet op de gezichten in de buurt van uw geregistreerde 
gezichten. Bovendien zal de camera tijdens de gezichtsdetectie automatisch de 
waargenomen gezichten onthouden, de vaak gefotografeerde gezichten herkennen en 
die tonen in het gezichtsherkenningsscherm.
 De gezichtsherkenning zoekt naar gezichten in de buurt van de geregistreerde 
gezichten. Er is geen garantie dat gezichten ook altijd juist zullen worden herkend.
 In sommige gevallen zal de camera personen die op elkaar lijken, zoals ouders en 
kinderen, broers en zusters niet goed uit elkaar kunnen houden. 
 Bij gebruik van de gezichtsherkenning worden de kenmerken van elk gezicht 
geanalyseerd, dus dit duurt langer dan de gewone gezichtsdetectie.
 Bij foto’s van geregistreerde baby’s en peuters (die minder dan 3 jaar oud zijn) 
verschijnt er 
 en dan wordt de foto zo genomen dat de huidtint er gezond uit ziet.
TRACKING AF
Zelfs al beweegt uw onderwerp waarop vast was scherpgesteld (met AF Lock), de 
camera blijft er toch  goed op scherpgesteld.
Stel de AF MODE in op autofocus-volgen (Tracking AF)
•  Uitschakelen van de autofocus-volgen (Tracking 
AF) → Druk nogmaals op ▲.
Autofocus-volgkader
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt en zet dit dan vast.
•  Uitschakelen van de vaste autofocus (AF Lock) 
→ Druk op▲.
•  De optimale scène-instelling wordt gekozen voor het 
onderwerp waarop u vast hebt scherpgesteld (AF Lock).
Vaste autofocus succesvol: Geel
Vaste autofocus mislukt: Rood (knipperend)
 De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de TRACKING AF. 
 Zie blz. 71 als de vaste autofocus niet lukt voor bepaalde onderwerpen.
Schakel de camera in
De statusindicator licht ongeveer 
1 seconde op.
Stel in op 
Stel in op   
(Modus NORMALE FOTO)
Maak een foto
Half indrukken
(Stel scherp)
Volledig 
indrukken
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is 
voltooid: knippert → 
verlicht)
AF-gebied
(Stelt scherp op onderwerp. Als dit is 
voltooid: rood/wit → groen)
 Voor filmen van bewegende 
beelden 
 
 
 Zoom  gebruiken
 Flitser  gebruiken
 Beeldhelderheid  aanpassen
 Close-upfoto’s  maken
 Kleur  aanpassen
een statief of de zelfontspanner (blz. 46) als 
(trillingswaarschuwing) wordt weergegeven.
 Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood worden 
weergegeven, is de belichting niet juist. Gebruik de 
flitser of wijzig de instellingen voor ‘GEVOELIGHEID’ 
(blz. 69).
Diafragmawaarde Sluitertijd
Trillingswaarschuwing
Zoomhendel
Statusindicator
Ontspanknop