Справочник Пользователя для Mitsubishi Electronics puhy-ep-yjm-a(-bs)

Скачать
Страница из 276
77
NL
1.1.  Voor de installatie van het apparaat
u
  Lees voordat u het apparaat installeert eerst alle 
Voorzorgsmaatregelen door.
u
  In de Voorzorgsmaatregelen worden belangrijke 
veiligheidsaspecten toegelicht. Volg deze in ieder geval op.
Symbolen in de tekst
 Waarschuwing:
Wijst op voorzorgsmaatregelen om lichamelijk letsel of de dood van de 
gebruiker te voorkomen.
 Let op:
Wijst op voorzorgsmaatregelen om schade aan het apparaat te voorkomen.
Symbolen in de afbeeldingen
  :  Wijst op een verboden handeling.
  :  Wijst op belangrijke instructies die moeten worden opgevolgd.
  :  Wijst een onderdeel aan dat geaard moet worden.
  :  Pas op voor elektrische schokken. (Dit symbool is aangebracht op de 
hoofdeenheid.) <Kleur: geel>
 Waarschuwing:
Bekijk de labels op de hoofdeenheid aandachtig.
 GEVAAR HOOGSPANNING:
In de schakelkast bevinden zich onderdelen onder hoogspanning.
Zorg ervoor dat het voorpaneel van de schakelkast tijdens het openen 
of sluiten ervan, niet in contact komt met interne componenten.
Voor de controle van de binnenkant van de schakelkast moet de 
stroom worden uitgeschakeld en moet het apparaat ten minste 10 
minuten uit staan tot de spanning tussen FT-P en FT-N op het INV-bord 
tot 20 V DC of minder is gezakt.
(Het duurt ongeveer 10 minuten voor de kast elektrisch ontladen is na 
uitschakeling van de stroomvoorziening.)
 Waarschuwing:
Laat de installatie van de airconditioner uitvoeren door de de verkoper 
van het apparaat of een erkend installateur.
-  Een gebrekkige installatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand 
tot gevolg hebben.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief 
kinderen) met verminderde lichamelijke, sensorische of geestelijke 
vermogens of onvoldoende ervaring en kennis, tenzij zij afdoende 
gecontroleerd worden of geïnformeerd zijn over het gebruik van het 
toestel door degene die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
Installeer het apparaat op een plaats die het gewicht ervan kan dragen.
-  Onvoldoende draagvermogen kan ertoe leiden dat het apparaat loskomt 
en valt, wat lichamelijk letsel of schade tot gevolg kan hebben.
Gebruik de voorgeschreven kabels voor de bedrading. Sluit de kabels stevig 
aan zodat de spankracht ervan niet op de aansluitingspunten inwerkt.
-  Gebrekkig gemaakte verbindingen kunnen oververhit raken en brand veroorzaken.
Houd bij de keuze van de installatieplek voor het apparaat rekening met 
sterke wind en aardbevingen.
-  Een onaangepaste installatie kan ertoe leiden dat het apparaat loskomt en 
valt, wat lichamelijk letsel of schade tot gevolg kan hebben.
Gebruik uitsluitend de door Mitsubishi Electric voorgeschreven filters en
ander toebehoren.
-  Laat de installatie van het toebehoren uitvoeren door een erkend 
installateur. Een gebrekkige installatie kan waterlekken, elektrische 
schokken of brand tot gevolg hebben.
Herstel het apparaat niet zelf. Als de airconditioner moet worden 
gerepareerd, raadpleegt u de verkoper ervan.
-  Een gebrekkige reparatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand 
tot gevolg hebben.
A
ls de stroomkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door 
de producent, diens ondershoudsinstallateur of een gelijkwaardig 
gekwalificeerde technicus om gevaar en problemen te voorkomen.
Raak de koelribben van de warmtewisselaar niet aan.
-  Aanraking kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Als er tijdens de installatie koelgas lekt, moet u de ruimte luchten.
-  Door contact van het koelgas met vuur kunnen giftige gassen ontstaan.
Installeer de airconditioner in overeenstemming met de installatiehandleiding.
-  Een gebrekkige installatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand 
tot gevolg hebben.
Alle elektriciteitswerken moeten door een erkend elektricien worden 
uitgevoerd, overeenkomstig de plaatselijke wetgeving en de voorschriften 
uit deze handleiding, en altijd op een afzonderlijk elektrisch circuit.
-  Een te lage capaciteit van de stroombron of een onjuiste bedrading kunnen 
aanleiding geven tot elektrische schokken en brand.
Zorg voor een stevige bevestiging van het voorpaneel op de 
schakelkast van de buitenunit.
-  Als het voorpaneel de buitenunit niet voldoende afschermt, kunnen vuil of 
vocht erin doordringen en aanleiding geven tot elektrische schokken en brand.
Tijdens de installatie of het transport van de airconditioner, mag deze niet 
worden gevuld met een andere koelvloeistof dan op het apparaat is opgegeven.
-  Als de oorspronkelijke koelvloeistof vermengd wordt met een andere 
koelvloeistof of met lucht, kan dit de koelcyclus verstoren en schade aan 
het apparaat veroorzaken.
Als de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten 
er voorzorgsmaatregelen worden getroffen om te voorkomen dat er 
zich bij lekkage van de koelvloeistof concentraties voordoen die de 
veiligheidslimiet overschrijden.
-  Informeer bij de verkoper van het apparaat naar de gepaste maatregelen 
hiervoor. Als bij lekkage van de koelvloeistof de veiligheidslimiet wordt 
overschreden, levert het zuurstofgebrek dat daardoor in de ruimte ontstaat 
bijkomend gevaar op.
Raadpleeg uw verkoper of een erkend installateur als u de 
airconditioner wilt verplaatsen en opnieuw installeren.
-  Een gebrekkige installatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand 
tot gevolg hebben.
Wanneer de installatie is voltooid, moet u controleren of er geen 
koelgas ontsnapt.
-  Wanneer ontsnapt koelgas in contact komt met een warmtebron kunnen 
schadelijke gassen ontstaan.
Breng geen wijzigingen aan in de beveiligingsmechanismen en laat de 
instellingen ervan onveranderd.
-  Als de drukregelaar, de warmteregelaar, of een ander 
beveiligingsmechanisme wordt uitgeschakeld of geforceerd, of als andere 
onderdelen worden gebruikt dan door Mitsubishi Electric wordt opgegeven, 
kan dit aanleiding geven tot brand- of ontploffingsgevaar.
Wanneer u het apparaat wilt afdanken, neemt u opnieuw contact op met 
de verkoper ervan.
De installateur moet ervoor zorgen dat het systeem tegen lekkage is 
beveiligd zoals opgelegd door de plaatselijke wetgeving en normen.
-  Indien er geen plaatselijke regelgeving voor bestaat, gelden de hierin 
opgegeven waarden.
Besteed extra aandacht aan de plaats van de installatie als u het 
apparaat in bijvoorbeeld een kelderverdieping wilt plaatsen waar zich 
makkelijker concentraties van het koelgas kunnen voordoen.
Voor de plaatsing van een buitenunit die als luchtinlaat zal dienen voor een 
binnenunit, moet er rekening mee worden gehouden dat de buitenlucht bij 
uitgeschakelde thermostaat rechtstreeks in de ruimte binnenstroomt. 
-  Blootstelling aan buitenlucht kan schadelijke gevolgen hebben voor 
mensen en eetwaar.
Kinderen moeten in het oog worden gehouden om te voorkomen dat ze 
met het toestel zouden spelen.
1.2.  Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van 
de koelvloeistof R410A
 Let op:
Gebruik hiervoor niet de bestaande koelleidingen.
-  De oude koelvloeistof en koelmachineolie in de bestaande leidingen 
bevatten een grote hoeveelheid chloor die de koelmachineolie voor het 
nieuwe apparaat kan doen degenereren.
-  R410A is een koelvloeistof met hoge druk die de bestaande leidingen kan 
doen barsten.
1.  Voorzorgsmaatregelen
Inhoud
1.  Voorzorgsmaatregelen ............................................................................... 77
1.1.  Voor de installatie van het apparaat .......................................... 77
1.2.  Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de koelvloeistof        
R410A ....................................................................................... 77
1.3.  Voor de installatie ...................................................................... 78
1,4.  Voor de installatie - elektriciteitswerken .......................................78
1.5.  Voor de inbedrijfstelling ............................................................. 78
2.  Productinformatie ....................................................................................... 78
3.  De buitenunit combineren .......................................................................... 79
4.  Specificaties ............................................................................................... 79
5.  Lijst met bijgeleverde onderdelen .............................................................. 80
6.  Benodigde ruimte rondom de unit .............................................................. 80
7.  De unit hijsen ............................................................................................. 80
8.  De unit installeren ...................................................................................... 81
8.1.  Installatie ................................................................................... 81
9.  De koelleidingen installeren ....................................................................... 81
9.1.  Let op ........................................................................................ 81
9.2.  Het koelleidingsysteem  ............................................................ 82
10.  De koelvloeistof bijvullen ............................................................................ 82
10.1. De bij te vullen hoeveelheid koelvloeistof berekenen ............... 82
10.2. Richtlijnen voor leidingaansluiting en afsluitklep ....................... 83
10.3. Luchtdichtheidsproef, ontluchten, en koelvloeistof bijvullen ...... 84
10.4. Thermische isolatie van de koelleidingen ................................. 84
11.  Bedrading (Meer gegevens vindt u in de respectieve 
installatiehandleidingen.) ........................................................................... 85
11.1. Let op ........................................................................................ 85
11.2. De schakelkast en de draadaansluitpunten .............................. 85
11.3. Signaalkabels ............................................................................ 85
11.4. Bedrading van de hoofdvoeding en apparatuurcapaciteit ......... 87
12.  Proefdraaien .............................................................................................. 88
12.1. De volgende gebeurtenissen zijn normaal. ............................... 88
13.  Gegevens op de typeplaat ......................................................................... 88
WT05962X01_NL.indd   77
2010/08/30   17:57:37