Samsung NXF1 用户手册
118
Opnamefuncties >
Flitser
De flitssterkte aanpassen
Wanneer de flitser is ingeschakeld, wordt de flitserintensiteit +/-2 niveaus
aangepast.
aangepast.
U stelt de
flitssterkte als
volgt in:
flitssterkte als
volgt in:
Selecteer in de opnamemodus [m]
ĺ
b
ĺ
Flitser
ĺ
een
optie
ĺ
[D]
ĺ
draai het instelwieltje 1 of het instelwieltje 2 of de
navigatieknop of druk op [e/e] om de flitserintensiteit aan te passen.
Menu
Terug
Instellen
Resetten
Flitser : Invulflits
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of
/
aanraken om de intensiteit aan te
passen.
•
Het bijstellen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen:
-
het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
-
er is een hoge ISO-waarde ingesteld
-
de belichtingswaarde is te groot of te klein
-
als het te licht of te donker is
•
In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt.
•
Als u een externe flitser aansluit op de camera waarvan de flitssterkte kan worden
aangepast, worden de instellingen voor de sterkte van de flitser toegepast.
aangepast, worden de instellingen voor de sterkte van de flitser toegepast.
•
Als het onderwerp te dicht bij is wanneer u de flitser gebruikt, kan een gedeelte
van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere foto veroorzaakt.
Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen bereik bevindt. Dit
verschilt per lens.
van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere foto veroorzaakt.
Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen bereik bevindt. Dit
verschilt per lens.
•
Wanneer een lenskap is bevestigd, kan het licht van de flitser worden geblokkeerd
door de kap. Verwijder de kap om de flitser te gebruiken.
door de kap. Verwijder de kap om de flitser te gebruiken.