Xerox SmartSend Support & Software Installationsanleitung

Seite von 227
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
86
Apparaataccounts bevestigen
Het dialoogvenster Apparaataccounts bevestigen wordt weergegeven voordat er daadwerkelijk 
accounts op de SMARTsend-computer worden gemaakt. Het dialoogvenster biedt de mogelijkheid om 
het maken van accounts te annuleren als u er de voorkeur aangeeft de apparaataccounts handmatig 
te maken. Zie Uw eigen apparaataccounts beheren hieronder voor aanvullende informatie.
Dit dialoogvenster verschijnt ook tijdens het proces voor het configureren of repareren van een 
apparaat als de apparaataccounts handmatig van de SMARTsend-computer zijn verwijderd. Als dit zich 
voordoet, maakt SMARTsend de accounts opnieuw aan.
Uw eigen apparaataccounts beheren
Met de optie Uw eigen apparaataccounts beheren kunt u apparaataccounts handmatig met behulp 
van de MMC (Microsoft Management Console) maken of wijzigen. Het kan zijn dat u om 
veiligheidsredenen of vanwege zijn compatibiliteit met andere netwerkbeheerprocedures de voorkeur 
aan deze optie geeft.
U kunt ervoor kiezen nieuwe accounts met MMC te maken of de SMARTsend-apparaataccounts 
opnieuw gebruiken als deze al zijn gemaakt. Als u een apparaataccount met MMC maakt of wijzigt, 
moet u de instellingen van de SMARTsend-apparaataccount wijzigen op de pagina 
Legitimatiegegevens van apparaataccount beheren, zodat deze overeenkomen met de 
accountlegitimatiegegevens op de SMARTsend-computer. U moet vervolgens op OK of Toepassen 
klikken om de wijzigingen op te slaan en de apparaten met de nieuwe legitimatiegegevens voor de 
apparaataccount op te slaan.
Houd rekening met de volgende aanbevelingen als u ervoor kiest de 
apparaataccounts handmatig te beheren:
Lokale gebruikersaccounts worden voor dit doel aanbevolen en elke account moet voor extra 
beveiliging uit de Gebruikersgroep worden verwijderd. 
In vele gevallen kunnen er domeinaccounts worden gebruikt, maar deze worden misschien niet op 
enkele oudere Xerox-apparaten ondersteund. 
Er moeten geen beheerdersaccounts voor apparaataccounts worden gebruikt.
Als u geen rekening met de beveiliging hoeft te houden, kunt één account voor alle protocollen 
gebruiken. 
Er zijn voor alle accounts een gebruikersnaam en toegangscode vereist.
Opmerking: 
Apparaten die handmatig zijn geconfigureerd, blijven de apparaataccount 
gebruiken die tijdens de handmatige configuratie werd gebruikt. Zie 
op pagina 92 voor aanvullende informatie.