Xerox SmartSend Support & Software Installationsanleitung

Seite von 227
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
89
Ingeschakeld
Het selectievakje Ingeschakeld geeft de protocollen weer die SMARTsend ondersteunt. Vink de vakjes 
af om protocollen in te schakelen die door uw multifunctionele Xerox-apparaten en uw 
applicatiecomputer worden ondersteund.
FTP—Selecteer deze optie voor snellere gegevensoverdracht en compatibiliteit met alle 
apparaten. Het FTP-opslagprotocol is de standaardinstelling. De service IIS FTP moet zijn 
ingeschakeld en actief zijn op de SMARTsend-computer als u FTP-opslag gebruikt. Zie 
SMB—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Als SMB is geselecteerd 
wanneer het niet op het apparaat wordt ondersteund (of geconfigureerd), wordt er een 
alternatief protocol gebruikt, zoals door de instelling Prioriteit (zie hieronder) is gedefinieerd.
HTTP—Selecteer deze optie voor een snellere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op oudere 
apparaten misschien niet ondersteund. 
HTTPS—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op 
oudere apparaten misschien niet ondersteund. 
Prioriteit
Met de instelling Prioriteit kunt u uw configuratievoorkeuren voor het gegevensoverdrachtprotocol 
definiëren. SMARTsend probeert aanvankelijk om elk apparaat waarvan het protocol zich bovenaan de 
lijst bevindt, te configureren. Als het eerste protocol niet beschikbaar is, probeert het om het tweede 
protocol in de lijst te gebruiken, enzovoort.
Wilt u de prioriteit voor Gegevensoverdrachtprotocol definiëren, dan klikt u op een protocol in de lijst 
Protocol en klikt u vervolgens op de toetsen Omhoog verplaatsen en Omlaag verplaatsen om elk 
protocol in de gewenste volgorde te plaatsen. Items bovenaan de lijst krijgen de hoogste (eerste) 
prioriteit. 
Toegangscode apparaatbeheerder
De toegangscode voor de apparaatbeheerder is een optionele beveiligingsinstelling die de 
apparaatconfiguratie beïnvloedt. Elk Xerox-apparaat is met een toegangscode voor de beheerder 
geconfigureerd, waarmee de toegang tot de geavanceerde configuratie-instellingen van het apparaat 
kan worden geregeld. SMARTsend vereist deze toegangscode standaard niet wanneer het apparaten 
configureert. Als dit extra beveiligingsniveau vereist is, kan de standaardinstelling worden gewijzigd om 
telkens wanneer apparaten worden geconfigureerd validatie van de toegangscode voor de 
apparaatbeheerder te vereisen.
Opmerking: 
Als een apparaat SMB, HTTP of HTTPS niet ondersteunt, moet u FTP-
ondersteuning aan IIS op de SMARTsend-computer toevoegen. Als FTP-
ondersteuning is toegevoegd aan IIS nadat SMARTsend is geïnstalleerd, start dan 
Software, selecteer SMARTsend, klik op Wijzigen en klik daarna op Repareren om 
de applicatie bij te werken. Zie