Xerox SmartSend Support & Software Installationsanleitung
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
89
Ingeschakeld
Het selectievakje Ingeschakeld geeft de protocollen weer die SMARTsend ondersteunt. Vink de vakjes
af om protocollen in te schakelen die door uw multifunctionele Xerox-apparaten en uw
applicatiecomputer worden ondersteund.
•
af om protocollen in te schakelen die door uw multifunctionele Xerox-apparaten en uw
applicatiecomputer worden ondersteund.
•
FTP—Selecteer deze optie voor snellere gegevensoverdracht en compatibiliteit met alle
apparaten. Het FTP-opslagprotocol is de standaardinstelling. De service IIS FTP moet zijn
ingeschakeld en actief zijn op de SMARTsend-computer als u FTP-opslag gebruikt. Zie
apparaten. Het FTP-opslagprotocol is de standaardinstelling. De service IIS FTP moet zijn
ingeschakeld en actief zijn op de SMARTsend-computer als u FTP-opslag gebruikt. Zie
•
SMB—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Als SMB is geselecteerd
wanneer het niet op het apparaat wordt ondersteund (of geconfigureerd), wordt er een
alternatief protocol gebruikt, zoals door de instelling Prioriteit (zie hieronder) is gedefinieerd.
wanneer het niet op het apparaat wordt ondersteund (of geconfigureerd), wordt er een
alternatief protocol gebruikt, zoals door de instelling Prioriteit (zie hieronder) is gedefinieerd.
•
HTTP—Selecteer deze optie voor een snellere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op oudere
apparaten misschien niet ondersteund.
apparaten misschien niet ondersteund.
•
HTTPS—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op
oudere apparaten misschien niet ondersteund.
oudere apparaten misschien niet ondersteund.
Prioriteit
Met de instelling Prioriteit kunt u uw configuratievoorkeuren voor het gegevensoverdrachtprotocol
definiëren. SMARTsend probeert aanvankelijk om elk apparaat waarvan het protocol zich bovenaan de
lijst bevindt, te configureren. Als het eerste protocol niet beschikbaar is, probeert het om het tweede
protocol in de lijst te gebruiken, enzovoort.
definiëren. SMARTsend probeert aanvankelijk om elk apparaat waarvan het protocol zich bovenaan de
lijst bevindt, te configureren. Als het eerste protocol niet beschikbaar is, probeert het om het tweede
protocol in de lijst te gebruiken, enzovoort.
Wilt u de prioriteit voor Gegevensoverdrachtprotocol definiëren, dan klikt u op een protocol in de lijst
Protocol en klikt u vervolgens op de toetsen Omhoog verplaatsen en Omlaag verplaatsen om elk
protocol in de gewenste volgorde te plaatsen. Items bovenaan de lijst krijgen de hoogste (eerste)
prioriteit.
Protocol en klikt u vervolgens op de toetsen Omhoog verplaatsen en Omlaag verplaatsen om elk
protocol in de gewenste volgorde te plaatsen. Items bovenaan de lijst krijgen de hoogste (eerste)
prioriteit.
Toegangscode apparaatbeheerder
De toegangscode voor de apparaatbeheerder is een optionele beveiligingsinstelling die de
apparaatconfiguratie beïnvloedt. Elk Xerox-apparaat is met een toegangscode voor de beheerder
geconfigureerd, waarmee de toegang tot de geavanceerde configuratie-instellingen van het apparaat
kan worden geregeld. SMARTsend vereist deze toegangscode standaard niet wanneer het apparaten
configureert. Als dit extra beveiligingsniveau vereist is, kan de standaardinstelling worden gewijzigd om
telkens wanneer apparaten worden geconfigureerd validatie van de toegangscode voor de
apparaatbeheerder te vereisen.
apparaatconfiguratie beïnvloedt. Elk Xerox-apparaat is met een toegangscode voor de beheerder
geconfigureerd, waarmee de toegang tot de geavanceerde configuratie-instellingen van het apparaat
kan worden geregeld. SMARTsend vereist deze toegangscode standaard niet wanneer het apparaten
configureert. Als dit extra beveiligingsniveau vereist is, kan de standaardinstelling worden gewijzigd om
telkens wanneer apparaten worden geconfigureerd validatie van de toegangscode voor de
apparaatbeheerder te vereisen.
Opmerking:
Als een apparaat SMB, HTTP of HTTPS niet ondersteunt, moet u FTP-
ondersteuning aan IIS op de SMARTsend-computer toevoegen. Als FTP-
ondersteuning is toegevoegd aan IIS nadat SMARTsend is geïnstalleerd, start dan
Software, selecteer SMARTsend, klik op Wijzigen en klik daarna op Repareren om
de applicatie bij te werken. Zie
ondersteuning is toegevoegd aan IIS nadat SMARTsend is geïnstalleerd, start dan
Software, selecteer SMARTsend, klik op Wijzigen en klik daarna op Repareren om
de applicatie bij te werken. Zie
op pagina 29 in