Cisco Cisco WebEx Meetings Server 2.0

Intern—hetzelfde subnet als de
Internet Reverse Proxy van het
primaire systeem (maar kan NAT
gebruiken met een privé-IP-adres)

Echte IP-adres van de virtuele HA Internet
Reverse Proxy (indien van toepassing)

Voer de volgende wijzigingen uit aan uw DNS-configuratie.

Er gelden enkele beperkingen voor het hostnaamgedeelte van de URL van de WebEx-site en die van de
Beheersite. Voor een lijst met woorden die u niet kunt gebruiken, zie

WebEx-beheer, op pagina 57

.

• <admin-vm-FQDN>

<admin-vm-IP-address>

• <media-vm-FQDN>

<media-vm-IP-address>

Werk uw DNS-server bij met de hostnamen en
IP-adressen voor de interne virtuele machines.
Virtuele beheermachine en indien van toepassing, de
virtuele machine voor media.

• <IRP-vm-FQDN>

<IRP-vm-IP-address>

Werk uw DNS-server bij met de hostnaam en het
IP-adres voor de Reverse Proxy virtuele machine.

• <Administration-site-URL>

<Private-VIP-address>

Werk u DNS-server bij met de URL van de beheersite
en de gegevens van het privé-VIP-adres.

• <WebEx-site-URL>

<Public-VIP-address>

Werk uw DNS-server bij met de URL van de
WebEx-site en de gegevens van het privé-VIP-adres.

Om veiligheidsredenen adviseert Cisco dat u de Internet Reverse Proxy in een subnet plaatst dat los staat van
de interne virtuele machines (beheer en media, indien van toepassing).

Hoewel niet aanbevolen, ondersteunen we ook het plaatsen van al uw virtuele machines (Internet Reverse
Proxy en intern) in hetzelfde subnet. Zie

zitten, op pagina 58

.