Korg SP-500 User Manual

Page of 88
44
Een einde toevoegen
1
Selecteer de [INTRO/ENDING 1] 
knop of de [INTRO/ENDING 2] 
knop, terwijl de automatische 
begeleiding speelt
Het einde zal worden gespeeld, waarop de 
begeleiding automatisch zal stoppen. Het 
indicatielampje van het geselecteerde 
einde zal blijven knipperen tot het afspelen 
schakelt naar dat einde. Nadat het einde is 
begonnen zal het indicatielampje blijven 
branden totdat het afspelen is afgelopen.
Het annuleren van een einde voor het afgelo-
pen is
Als u de instelling van de “Variation” cel 
verandert of de [FILL 1,2] knop indrukt 
nadat de begeleiding naar het einde is 
omgeschakeld, zal de begeleiding naar de 
gekozen variatie of fill van de volgende 
beat of de volgende maat gaan, en de auto-
matische begeleiding zal verdergaan.
Het toevoegen van een fill
1
Selecteer de [FILL 1] knop of de 
[FILL 2] knop, terwijl de automa-
tische begeleiding speelt
Er wordt een fill ingevoegd. Als de fill ein-
digt, zal de begeleiding overschakelen op 
de variatie die u specificeerde in de 
“AfterFill1” of “AfterFill2” cel, net als bij 
het intro.
De timing waarmee de begeleiding van de 
variatie naar de fill verandert, wordt automa-
tisch aangepast om een natuurlijke overgang 
te creëren. Echter, afhangend van de timing 
waarmee u de knop indrukt, kan alleen het 
laatste deel worden gespeeld, dus is het 
belangrijk om op de timing te letten.
 Het veranderen van de variatie na een fill
U kunt de variatie waar naartoe de automati-
sche begeleiding zal veranderen als Fill1 
afgelopen is, wijzigen.
“ After Fill1” cel: 
Specificeer de variatie die 
de begeleiding zal gebruiken nadat fill 1 
beëindigd is, wanneer u de [FILL1] knop tij-
dens ritmestijl afspelen indrukt.
“Off”: 
Als fill 1 eindigt, keert u terug naar de 
variatie die onmiddellijk was geselecteerd, 
voordat de fill begon.
Var 1&2: 
Als Fill eindigt als Variation 1 of 
Variation 2 zijn geselecteerd, zullen Variation 
1 en Variation 2 na elkaar worden gekozen.
Var 1&3: 
Als Fill eindigt als Variation 1 of 
Variation 3 zijn geselecteerd, zullen Variation 
1 en Variation 3 na elkaar worden gekozen.
Var 1&4: 
Als Fill eindigt als Variation 1 of 
Variation 4 zijn geselecteerd, zullen Variation 
1 en Variation 4 na elkaar worden gekozen.
Var 2&3: 
Als Fill eindigt als Variation 2 of 
Variation 3 zijn geselecteerd, zullen Variation 
2 en Variation 3 na elkaar worden gekozen.
Var 2&4: 
Als Fill eindigt als Variation 2 of 
Variation 4 zijn geselecteerd, zullen Variation 
2 en Variation 4 na elkaar worden gekozen.
Var 3&4: 
Als Fill eindigt als Variation 3 of 
Variation 4 zijn geselecteerd, zullen Variation 
3 en Variation 4 na elkaar worden gekozen.
“Var+”: 
Als Fill 1 eindigt zal de begeleiding 
overschakelen op de variatie rechts van de 
variatie die was geselecteerd toen de fill 
begon.
“Var-“: 
Als Fill 1 eindigt zal de begeleiding 
overschakelen op de variatie links van de 
variatie die was geselecteerd toen de fill 
begon.
“After Fill2” cel: 
Specificeer de variatie, die 
de begeleiding zal gebruiken, nadat fill 2 is 
beëindigd, als u de [FILL 2] knop tijdens het 
afspelen van de ritmestijl indrukt. De selectie 
is dezelfde als die voor “After Fill 1”.
Selectie van het meest geschikte 
programma voor een Ritmestijl
1
Druk op de [SINGLE TOUCH] 
knop
Als u de [SINGLE TOUCH] knop aanzet 
en een ritmestijl kiest, zal een instelling 
voor klank en automatische begeleiding 
die geschikt is voor die stijl worden gese-
lecteerd.
Instellingen die worden gemaakt
• Keyboard klank, stereo, volume, octaaf 
en klankselecties voor de Upp1, Upp2 
en de lage partijen
• Aan/uit status van [SPLIT] en 
[LAYER], en de status van het keuze-
hokje van “KeyL” 
• De “FullKeyboard” selectie status
• De aan/uit status van [ENSEMBLE] en 
het geselecteerde type