Sony SDM-X75 User Manual

Page of 385
19
NL
Problemen en oplossingen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten computer of apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of 
andere apparatuur.
Probleem
Controleer deze punten
Geen beeld
Als het 1 (aan/uit)-lampje niet brandt 
of als het 1 (aan/uit)-lampje niet gaat 
branden wanneer de 1 (aan/uit)-
schakelaar wordt ingedrukt:
• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
• Controleer of de MAIN POWER schakelaar op het beeldscherm is ingeschakeld (pagina 
10)
Als het 1 (aan/uit)-lampje rood gaat 
branden:
• Controleer of de 1 (stroom) schakelaar aan staat.
KABEL NIET AANGESLOTEN 
verschijnt op het scherm.
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten 
(pagina 7).
• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn gedrukt.
• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
• Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is bijgeleverd. Als u een 
videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan KABEL NIET AANGESLOTEN 
op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing.
Het waarschuwingsbericht "GEEN 
INPUT SIGNAAL "wordt 
weergegeven op het scherm of het 1 
(aan/uit)-lampje brandt oranje:
• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten 
(pagina 7).
• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn 
gedrukt.
• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een willekeurige toets op het 
toetsenbord of verplaats de muis.
• Controleer of de grafische kaart goed is geïnstalleerd.
• Controleer of de computer is ingeschakeld.
• Start de computer opnieuw op.
BUITEN BEREIK verschijnt op het 
scherm (pagina 18).
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de specificaties van het beeldscherm valt. 
Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude 
beeldscherm opnieuw aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen aan het 
volgende bereik:
Horizontaal: 28 – 80 kHz (analoog RGB), 28 – 64 kHz (digitaal RGB) 
Verticaal: 48 – 75 Hz (analoog RGB), 60 Hz (digitaal RGB) 
Resolutie: 1280 
× 1024 of minder
U gebruikt Windows.
• Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude 
beeldscherm opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY" 
in de lijst met "Fabrikanten" en selecteer de gewenste modelnaam in de lijst met 
"modellen" in het Windows-venster voor apparaatselectie. Als de modelnaam van dit 
beeldscherm niet in de lijst met "modellen" wordt weergegeven, moet u "Plug & Play" 
proberen.
Bij gebruik van een Macintosh 
systeem.
• Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh 
computer. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit.
Het beeld flikkert, springt, 
oscilleert of is vervormd.
• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).
• Probeer het beeldscherm aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander circuit.
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van het beeldscherm.
• Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19'' Color, enzovoort) en de frequentie 
van het ingangssignaal worden ondersteund door het beeldscherm. Zelfs als de frequentie 
binnen het juiste bereik ligt, hebben bepaalde grafische kaarten een synchronisatiepuls die te 
smal is om correct te worden gesynchroniseerd door het beeldscherm.
• Dit beeldscherm verwerkt geen interlace-signalen. Stel deze in op progressive-signalen.
• Pas de frequentie voor vernieuwen (verticale frequentie) van de computer aan om een 
optimaal beeld te verkrijgen.