Sony SDM-X75 User Manual

Page of 385
20
Het beeld is wazig.
• Pas de helderheid en het contrast aan (pagina 14).
• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1280 x 1024.
Echobeeld (ghosting).
• Gebruik geen videoverlengsnoeren en/of videoschakeldozen.
• Controleer of alle stekkers goed vastzitten.
Het beeld is niet gecentreerd of 
heeft niet de juiste afmetingen. 
(alleen analoog RGB-signaal)
• Pas de pitch en fase aan (pagina 15).
• Pas de positie van het beeld aan (pagina 15). Houd er rekening mee dat in bepaalde 
videostanden het scherm niet volledig wordt gevuld.
Het beeld is te klein.
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1280 x 1024.
Het beeld is donker.
• Pas de achtergrondverlichting aan (pagina 14).
• Pas de helderheid aan (pagina 14).
• Pas de gamma aan met het GAMMA menu. (pagina 14).
• Na het inschakelen van het beeldscherm duurt het enkele minuten voordat het scherm oplicht.
• Het scherm wordt wellicht donkerder, afhankelijk van de geselecteerde ECO modus.
Golvend of elliptisch patroon 
(moiré) is zichtbaar.
• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).
De kleur is niet gelijkmatig.
• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).
Onzuivere witweergave.
• Pas de kleurtemperatuur aan (pagina 14).
De toetsen van het beeldscherm 
werken niet (
 verschijnt op het 
scherm).
• Als TOETSEN SLOT is ingesteld op AAN, stelt u deze in op UIT (pagina 15).
Het apparaat dat is aangesloten 
via de USB-kabel werkt niet.
• Controleer of de USB-kabel (bijgeleverd) op de juiste manier is aangesloten (pagina 8).
• Druk op de MAIN POWER schakelaar en op het 1 (stroom) lampje om het beeldscherm 
in te schakelen.
Problemen die worden veroorzaakt door uw computer of een ander 
aangesloten apparaat
• Controleer of uw apparaat is ingeschakeld.
• Installeer het bijgewerkte USB-stuurprogramma opnieuw. Voor meer informatie neemt u 
contact op met de fabrikant van het product.
• Als u de computer niet kunt bedienen met de op het beeldscherm aangesloten muis of 
toetsenbord, sluit u de muis of het toetsenbord rechtstreeks op de computer aan. Nadat u 
de computer opnieuw hebt opgestart, stelt u de USB-verbinding opnieuw in. Nadat u deze 
procedure hebt voltooid, sluit u het toetsenbord of de muis weer op het beeldscherm aan. 
Wanneer het beeldscherm via de USB-poort op een computer, toetsenbord of muis is 
aangesloten, kunt u de computer mogelijk niet bedienen met de muis en het toetsenbord 
nadat de computer opnieuw is opgestart. 
Het scherm wordt na enige tijd 
uitgeschakeld.
Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 
de computer of andere apparatuur die is aangesloten 
• Schakel de stroomspaarstand van de computer uit.
De resolutie die op het menuscherm 
wordt weergegeven, is onjuist.
• Afhankelijk van de instelling van de grafische kaart, kan de resolutie die op het 
menuscherm wordt weergegeven, niet overeenkomen met de resolutie van het 
beeldscherm.
Nadat de stroom is uitgeschakeld, 
blijft het 
1 (stroom) lampje enige 
tijd branden.
• Als de stroom is ingeschakeld maar de 1 (stroom) schakelaar is niet ingedrukt of als de 
monitor in de stroomspaarstand staat en u de MAIN POWER schakelaar uitschakelt, 
wordt het 1 (stroom) lampje wellicht niet direct uitgeschakeld. Dit duidt niet op een 
storing.
Probleem
Controleer deze punten