LG LGE430 User Guide

Page of 324
40
Verbinden met netwerken en apparaten
Wi-Fi
Via Wi-Fi kunt u een snelle internetverbinding gebruiken binnen het dekkingsgebied van 
het draadloze toegangspunt (AP). Met WiFi kunt u gebruikmaken van draadloos internet 
zonder extra kosten. 
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Als u Wi-Fi op uw telefoon wilt gebruiken, hebt u toegang nodig tot een draadloos 
toegangspunt of een 'hotspot'. Sommige toegangspunten zijn openbaar toegankelijk. 
U kunt hiermee gewoon verbinding maken. Andere toegangspunten zijn verborgen of 
worden beveiligd. U moet uw telefoon configureren om verbinding te kunnen maken 
met dergelijke toegangspunten.
Schakel Wi-Fi uit wanneer u dat niet gebruikt, zodat u langer gebruik kunt maken van 
de batterij. 
OPMERKING: als u zich buiten de Wi-Fi-zone bevindt of Wi-Fi op Uit hebt 
gezet, worden er mogelijk extra kosten in rekening gebracht door uw mobiele 
provider voor het gebruik van mobiele data. 
Wi-Fi inschakelen en verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk
Tik op 
 > tabblad 
Applicaties > Opties > Wi-Fi op het tabblad Draadloos en 
netwerken.
Tik op 
AAN om Wi-Fi in te schakelen en het scannen naar beschikbare Wi-Fi-
netwerken te starten.
Tik nogmaals op het menu Wi-Fi om een lijst met actieve en bereikbare Wi-Fi-
netwerken te bekijken.
Beveiligde netwerken worden aangegeven met een vergrendelingspictogram.
Tik op een netwerk om er verbinding mee te maken.
Als het netwerk is beveiligd, wordt u gevraagd een wachtwoord of andere 
aanmeldingsgegevens in te voeren. (Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer 
informatie.)
De statusbalk geeft pictogrammen weer die de Wi-Fi-status aangeven.
Bluetooth
U kunt data zenden met Bluetooth door een applicatie voor het zenden van data 
te starten, en niet vanuit het Bluetooth-menu, zoals bij de meeste andere mobiele 
telefoons.
OPMERKING: 
LG is niet verantwoordelijk voor het verlies, onderscheppen of misbruik van 
gegevens die worden verzonden of ontvangen via de Bluetooth-functie.
Zorg er altijd voor dat u data deelt en ontvangt met apparaten die vertrouwd 
en goed beveiligd zijn. Als er obstakels zijn tussen de apparaten, kan de 
afstand tussen de apparaten worden verkort.
Sommige apparaten, vooral apparaten die niet zijn getest of goedgekeurd 
door Bluetooth SIG, zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat.  
Bluetooth inschakelen en uw telefoon koppelen aan een Bluetooth-apparaat
U moet uw apparaat eerst aan een ander apparaat koppelen voordat u verbinding met 
dat apparaat kunt maken.
Tik op 
 > tabblad 
Applicaties > Opties > Stel Bluetooth in op Aan op het 
tabblad Draadloos en netwerken.
Tik nogmaals op het menu 
Bluetooth. U ziet de optie om uw telefoon zichtbaar te 
maken en de optie om naar apparaten te zoeken. Tik nu op 
Zoek apparaten om te 
zien welke apparaten zich binnen het Bluetooth-bereik bevinden.
Kies het apparaat waarmee u de koppeling tot stand wilt brengen in de lijst.
Als het koppelen is gelukt, wordt uw apparaat met het apparaat verbonden.