Xerox Phaser 6500 User Guide

Page of 172
Afdrukken
Phaser 6500 kleurenlaserprinter
gebruikershandleiding
93
Testafdrukken
In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod:
Opmerkingen: 
Voor het maken van testafdrukken moet het productiviteitspakket op de printer zijn 
geïnstalleerd. Zie 
op pagina 21 voor informatie over uw 
printerconfiguratie en beschikbare optionele functies.
Om gebruik te kunnen maken van de functie Testafdruk, moet ook de RAM-schijffunctie 
van de printer zijn ingeschakeld. Zie 
informatie over het inschakelen van deze functie.
Met de functie Testafdruk kunt u een afdruktaak die uit meerdere exemplaren bestaat, op de printer 
opslaan en dan één set controleren voordat u de resterende exemplaren afdrukt. Als u tevreden bent 
met de eerste set, kunt u de resterende exemplaren via het bedieningspaneel afdrukken.
Een testafdruktaak instellen
Testafdruktaken worden in het printerstuurprogramma op de computer ingesteld. U kunt het PCL- of 
PostScript-stuurprogramma gebruiken. Nadat een testafdruk is ingesteld, wordt er één exemplaar van 
de taak ter controle afgedrukt. Vervolgens kunt u de resterende exemplaren afdrukken of verwijderen 
van het bedieningspaneel van de printer.
1.
Open in de toepassing van waaruit u gaat afdrukken het dialoogvenster Afdrukken.
2.
Selecteer uw Phaser 6500 printer (PostScript- of PCL-printerstuurprogramma) en klik vervolgens 
op de knop Eigenschappen.
3.
Ga naar het tabblad Papier/Aflevering van het dialoogvenster Eigenschappen van het 
printerstuurprogramma en doe het volgende:
a.
Selecteer in de lijst Taaktype de optie Testafdruk.
b.
Als u gebruikmaakt van het PostScript-stuurprogramma, klikt u op de knop Instellingen
Als u gebruikmaakt van het PCL-stuurprogramma, klikt u op de knop Instelling.
c.
Typ uw naam (maximaal 8 tekens) in het veld Gebruikersnaam van het 
dialoogvenster Testafdrukken.
d.
Bij het veld Vraag documentnaam op voert u een van de volgende handelingen uit:
Als u een bepaalde documentnaam wilt gebruiken om het document vanuit het 
bedieningspaneel van de printer te kunnen openen terwijl het wordt afgedrukt, 
selecteert u Voer documentnaam in. In het veld Documentnaam typt u de naam van 
het document zoals het op het bedieningspaneel van de printer moet verschijnen 
(maximaal 12 tekens).
Als u op het bedieningspaneel een tijdstempel in plaats van een documentnaam wilt 
laten weergeven, selecteert u Bestaande naam gebruiken als u gebruikmaakt van het 
PostScript-stuurprogramma. Selecteer Automatisch opvragen als u gebruikmaakt van 
het PCL-stuurprogramma.
e.
Klik op OK.