Xerox Phaser 6140 User Guide
Afdrukken
Phaser 6140-kleurenlaserprinter
Gebruikershandleiding
65
Afdrukopties selecteren
In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod:
•
•
•
•
•
Opmerking:
De instellingen van het printerstuurprogramma vervangen de instellingen die via
het bedieningspaneel van de printer zijn ingesteld wanneer u het printerstuurprogramma op uw
computer gebruikt om af te drukken.
computer gebruikt om af te drukken.
Standaardinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows)
Opmerkingen:
•
•
Aan de hand van deze instructies kunt u de standaardinstellingen van de stuurprogramma's die
op uw computer zijn geïnstalleerd instellen. Als de printer via een netwerk wordt gedeeld, kunt u
de standaardinstellingen instellen die voor de printer en voor iedere gebruiker die via het netwerk
toegang heeft tot deze printer van toepassing zijn. Zie
op uw computer zijn geïnstalleerd instellen. Als de printer via een netwerk wordt gedeeld, kunt u
de standaardinstellingen instellen die voor de printer en voor iedere gebruiker die via het netwerk
toegang heeft tot deze printer van toepassing zijn. Zie
op pagina 66 voor meer informatie.
•
Wanneer u deze methode gebruikt voor het selecteren van de voorkeursinstellingen voor afdrukken,
worden dit de standaardinstellingen voor alle afdruktaken die vanaf uw computer naar de printer
worden verzonden met gebruik van het desbetreffende stuurprogramma, tenzij u deze instellingen
vervangt voor één bepaalde afdruktaak.
worden dit de standaardinstellingen voor alle afdruktaken die vanaf uw computer naar de printer
worden verzonden met gebruik van het desbetreffende stuurprogramma, tenzij u deze instellingen
vervangt voor één bepaalde afdruktaak.
1. Ga naar de lijst met printers op uw computer:
•
Windows XP: klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten.
•
Windows Vista: klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden> Printers.
•
Windows 2000 en Windows Server 2003: klik op Start > Instellingen > Printers.
•
Windows Server 2008: klik op Start > Instellingen > Printers.
2. Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op de naam van het stuurprogramma dat u
gebruikt (printernaam + PCL 6 of PS) en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma en klik op OK om de
selecties op te slaan.
4. Stel de standaardinstellingen voor het andere stuurprogramma in, indien van toepassing.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie over de opties van Windows-stuurprogramma's de
online Help. Hiertoe klikt u op de knop Help die zich in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen
voor afdrukken bevindt.
voor afdrukken bevindt.