Xerox Phaser 6140 User Guide

Page of 175
Afdrukken
Phaser 6140-kleurenlaserprinter
Gebruikershandleiding
97
Testafdrukken
In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod:
Opmerkingen:
Voor dit speciale taaktype hebt u minimaal 256 MB aan extra op de computer geïnstalleerd 
geheugen nodig voor een RAM-geheugen van minimaal 512 MB. Zie 
pagina 22 voor informatie over uw printerconfiguratie en beschikbare optionele functies.
Om gebruik te kunnen maken van de functie Testafdrukken, moet ook de RAM-schijffunctie van 
de printer zijn ingeschakeld. Zie 
op pagina 44 voor informatie 
over het inschakelen van deze functie.
Met de functie Testafdruken kunt u een afdruktaak die meerdere keren moet worden afgedrukt tijdelijk 
opslaan, een set afdrukken om de afdrukkwaliteit te controleren en vervolgens, indien de afdruk-
kwaliteit voldoende is, de resterende exemplaren via het bedieningspaneel afdrukken.
Een testafdruktaak instellen
Testafdruktaken worden in het printerstuurprogramma op de computer ingesteld. Voor Testafdrukken 
kan zowel het PCL-stuurprogramma als het PostScript-stuurprogramma worden gebruikt. Nadat een 
testafdruk is ingesteld, wordt er een exemplaar van de taak ter controle afgedrukt. Vervolgens kunt 
u de resterende exemplaren afdrukken of verwijderen van het bedieningspaneel van de printer.
1. Open in de toepassing van waaruit u gaat afdrukken het dialoogvenster Afdrukken.
2. Selecteer uw Phaser 6140 printer (PostScript- of PCL-printerstuurprogramma) en klik vervolgens op 
de knopEigenschappen.
3. Ga naar het tabblad Papier/Aflevering van het dialoogvenster Eigenschappen van het 
printerstuurprogramma en doe het volgende:
a. Selecteer in de lijst met taaktypen de optie Testafdruk.
b. Als u gebruikmaakt van het PostScript-stuurprogramma, klikt u op de knop Instellingen. Als u 
gebruikmaakt van het PCL-stuurprogramma, klikt u op de knop Setting (Instellen).
c. Typ uw naam (maximaal 8 tekens) in het veld Gebruikersnaam van het 
dialoogvenster Testafdrukken.
d. Bij het veld Vraag documentnaam op voert u een van de volgende handelingen uit:
Als u een bepaalde documentnaam wilt gebruiken om het document vanuit het bedienings-
paneel van de printer te kunnen openen terwijl het wordt afgedrukt, selecteert u Voer 
documentnaam in
. In het veld Documentnaam typt u de naam van het document zoals 
het op het bedieningspaneel van de printer moet verschijnen (maximaal 12 tekens).
Als u op het bedieningspaneel van de printer een tijdstempel in plaats van een document-
naam wilt laten weergeven, selecteert u Bestaande naam gebruiken als u gebruikmaakt 
van het PostScript-stuurprogramma. Selecteer Automatisch opvragen als u gebruikmaakt 
van het PCL-stuurprogramma.
e. Klik op OK.