Xerox Phaser 5500 User Guide

Page of 256
Printerinstellingen
Phaser® 5500-laserprinter
1-14
De uitvoerlade selecteren:
1.
Selecteer 
Printerinstellingen
 op het voorpaneel van de printer, selecteer 
 Instellingen 
papierverwerking
 en vervolgens 
Papierbestemming
.
2.
Selecteer 
Standaarduitvoerlade
,
 Bovenste lade van stapeleenheid 
of 
Onderste 
lade van de stapeleenheid
 en druk vervolgens op de knop OK.
Opmerking
Als de instellingen in het stuurprogramma en op het voorpaneel van de printer niet met 
elkaar overeenkomen, worden de instellingen van het stuurprogramma gebruikt.
Taak-offset selecteren
In de onderste uitvoerlade van de stapeleenheid en in de standaarduitvoerlade kunnen 
vellen in verschillende posities worden geplaatst, waardoor u verschillende taken van 
elkaar kunt onderscheiden. Dit wordt taak-offset genoemd. U kunt taken op verschillende 
manieren scheiden:
Uit: taken worden niet gescheiden en de uitvoerpositie wordt niet gewijzigd voor de 
geselecteerde uitvoerlade.
Aan: de uitvoerpositie wordt gewijzigd nadat het laatste vel van de afdruktaak is 
afgedrukt. De volgende afdruktaak wordt verschoven, waardoor deze wordt gescheiden 
van de vorige afdruktaak.
Opmerking
Wanneer de nietmachine is ingeschakeld voor afdruktaken, is taakscheiding geactiveerd. 
Ga als volgt te werk om de optie Taak-offset te selecteren:
1.
Selecteer 
Printerinstellingen
 op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2.
Selecteer 
Instellingen papierverwerking
 en druk op de knop OK.
3.
Selecteer 
Taak-offset
 en druk op de knop OK.
4.
Selecteer 
Aan
 of 
Uit
 en druk op de knop OK.
Toegang tot de instellingen op het voorpaneel verhinderen
Als u de toegang tot de instellingen op het voorpaneel wilt verhinderen, kunt 
u deze instellingen vergrendelen in CentreWare IS. Er verschijnt een 
slotpictogram naast de items in het voorpaneel die zijn vergrendeld voor 
gebruikers.