Xerox Phaser 3052 User Guide

Page of 178
Afdrukken in Windows
Xerox
®
 Phaser
®
 3052/3260
Handleiding voor de gebruiker
48
25. Selecteer de knop Voltooien. De printerdriver wordt nu geïnstalleerd.
26. Controleer of de testpagina op het apparaat wordt afgedrukt.
IPP-poort (Internet Printing Protocol)
Het Internet Printing Protocol (IPP) definieert een standaard protocol voor afdrukken, maar ook het 
beheer van afdrukopdrachten, papierformaat, resolutie enzovoorts. IPP kan plaatselijk of via het 
internet worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering. Dit protocol is 
dan ook een geschiktere en beter beveiligde afdrukoplossing dan oudere protocollen.
Opmerking: 
IPP-afdrukken is standaard ingeschakeld.
De IPP-poort inschakelen
1.
Open de webbrowser op uw werkstation en voer het IP-adres van het apparaat in de adresbalk in.
2.
Selecteer Eigenschappen.
3.
Als u hierom wordt gevraagd, voert u de Gebruikersnaam van de Beheerder (admin) en de 
Toegangscode (1111) in en selecteert u Aanmelden. Selecteer Eigenschappen.
4.
In de koppeling Netwerkinstellingen selecteert u Raw TCP/IPLPRIPP in de directorystructuur.
5.
In het gedeelte Internet Printing Protocol (IPP):
a.
Bij IPP-protocol selecteert u Inschakelen in het vervolgkeuzemenu. Als printer-URL 
verschijnt http:// IP-adres van het apparaat en ipp:// IP-adres voor het apparaat. Voer de 
benodigde printernaam in het gedeelte Printernaam in.
b.
Selecteer de knop Geavanceerd. Voer de benodigde informatie in bij IPP Kenmerk.
Printerdriver installeren
1.
Volg de stappen hieronder, die op uw besturingssysteem van toepassing zijn:
Windows 2003
Vanaf uw werkstation:
a.
Selecteer het pictogram Mijn netwerklocaties.
b.
Selecteer Eigenschappen
Windows 7
Vanaf uw werkstation:
a.
Selecteer Configuratiescherm.
b.
Selecteer Netwerk en internet
c.
Selecteer Netwerkcentrum.
d.
Selecteer Adapterinstellingen wijzigen.
Windows 2008
Vanaf uw werkstation:
a.
Selecteer Start, selecteer Configuratiescherm.
b.
Selecteer Printers.
c.
Selecteer Bestand, selecteer Als administrator uitvoeren. Ga naar stap 6.
2.
Selecteer het pictogram LAN-verbinding.
3.
Selecteer Eigenschappen.