Xerox Phaser 6110 User Guide

Page of 77
Gebruik van afdrukmedia
3.1
3
Gebruik van afdrukmedia
Dit hoofdstuk bevat informatie over de verschillende soorten 
papier die u kunt gebruiken en hoe u het papier het best laadt 
voor een optimale afdrukkwaliteit.
Papier en andere afdrukmedia 
kiezen
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, zoals 
gewoon papier, enveloppen, etiketten, karton enzovoort. Zie 
“Afdrukken op speciale afdrukmaterialen” op pagina 3.3

Gebruik uitsluitend hoogwaardig kopieerpapier voor een 
optimale afdrukkwaliteit.
Houd bij de keuze van het afdrukmateriaal rekening met het 
volgende:
• Verwacht resultaat: Het gekozen papier moet geschikt 
zijn voor de opdracht.
• Formaat: U kunt om het even welk papierformaat 
gebruiken dat tussen de geleiders in de lade past.
• Gewicht: Uw printer ondersteunt de volgende 
papiergewichten:
-bankpostpapier van 60 ~ 90 g/m
voor de lade
-60 ~ 163 g/m
2
 voor handmatige invoer
• Helderheid: Sommige papiersoorten zijn witter dan andere 
en leveren scherpere en levendigere beelden op. 
• Gladheid: De gladheid van het papier bepaalt hoe scherp de 
afdrukken eruit zien op papier.
O
PGEPAST
: Gebruik van materialen die niet beantwoorden 
aan de specificaties op pagina 8.3 kunnen defecten 
veroorzaken die herstelling vereisen. Dit onderhoud wordt niet 
gedekt door de garantie of de onderhoudscontracten.
Soort en capaciteiten 
Richtlijnen voor papier en speciaal 
afdrukmateriaal
Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende 
materialen de volgende richtlijnen in gedachte:
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld of 
gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte 
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Gebruik uitsluitend losse vellen papier. Gebruik geen meerdelig 
papier.
• Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit voor een 
optimale afdrukkwaliteit. 
• Gebruik geen papier met onregelmatigheden, zoals lipjes of 
nietjes.
• Plaats geen papier in de lade tijdens het afdrukken, en plaats 
nooit te veel papier in de lade. Dit kan papierstoringen 
veroorzaken.
• Gebruik geen gegraufreerd, geperforeerd, te glad of te ruw 
papier.
• Gekleurd papier moet van dezelfde kwaliteit zijn als wit 
kopieerpapier. De pigmenten moeten gedurende minstens 0,1 
seconde bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van de printer 
(180 °C). Gebruik geen papier met een kleurencoating die na de 
productie van het papier is toegevoegd.
• Voorbedrukte formulieren moeten bedrukt zijn met niet-
ontvlambare, hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of 
gevaarlijke dampen vrijgeeft wanneer hij wordt blootgesteld aan 
de fixeertemperatuur van de printer.
• Laad speciale papiersoorten één voor één.
• Bewaar papier in de originele verpakking tot u het gebruikt. 
Plaats de kartonnen dozen op pallets of in rekken, niet op de 
grond. 
• Zet geen zware voorwerpen op het papier, ook niet als het nog in 
de verpakking zit. 
• Stel het papier niet bloot aan vocht, direct zonlicht of andere 
omstandigheden waardoor het kan verkreukelen of krullen.
Papiertype
Capaciteit
*
* De maximale capaciteit kan variëren al naargelang de dikte van het 
gebruikte papier.
Normaal papier
150
Enveloppen
**
** Als u meer dan een vel tegelijk invoert, kan het papier vastlopen. 
Laad vel per vel in de lade.
1
Etiketten
**
1
Transparanten
**
1
Kaarten
**
1