Xerox Phaser 6110 User Guide

Page of 77
Standaard afdrukinstellingen
5
3
Standaard afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken 
in Windows beschreven. 
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Documenten afdrukken
NB 
• Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma 
in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster 
dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. 
Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel 
dezelfde onderdelen.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met 
de printer. Zie Printerspecificaties onder Compatibiliteit 
met besturingssysteem in de printerhandleiding.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde 
cd-rom.
De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet 
volgen om vanuit een Windows-programma af te drukken. De exacte 
procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de handleiding 
van uw softwaretoepassing voor de exacte afdrukprocedure.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster 
Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte 
programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie. 
U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster 
Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren 
en het afdrukbereik.
3
Selecteer de printer in de keuzelijst Naam.
4
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, 
klikt u op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het 
afdrukvenster van de toepassing. Meer informatie vindt u op 
“Printerinstellingen” op pagina 6.
Als InstellenPrinter of Opties voorkomen in het afdrukvenster, 
klikt u daarop. Klik in het volgende venster op Eigenschappen.
5
Klik op OK om het venster met printereigenschappen te sluiten.
6
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak 
te starten.
Zorg ervoor dat de printer 
is geselecteerd.