Xerox Phaser 6110 User Guide

Page of 77
D
E
 
PRINTER
 
GEBRUIKEN
 
ONDER
 L
INUX
21
Op het tabblad Properties (Eigenschappen) kunt 
u de standaardprinterinstellingen wijzigen.
O
PMERKING
: gewone gebruikers kunnen de door de beheerder 
gedefinieerde standaardinstellingen die gelden voor het hele 
systeem opheffen. Als een gewone gebruiker op Apply (Toepassen) 
klikt, worden deze aangepaste instellingen opgeslagen in het profiel 
van de gebruiker en kunnen ze later worden gebruikt met LLPR. 
Als de beheerder het configuratiehulpprogramma uitvoert, 
worden de instellingen opgeslagen als de nieuwe globale 
standaardinstellingen.
LLPR-eigenschappen wijzigen
U kunt de eigenschappen van de printer precies instellen in het venster 
LLPR Properties (LLPR-eigenschappen).
Zo opent u dit venster:
1
Selecteer de opdracht Print (Afdrukken) in de toepassing 
die u gebruikt. 
2
Wanneer het venster Linux LPR wordt geopend, 
klikt u op Properties.
Klik op Properties 
(Eigenschappen).
U kunt dit venster ook op de volgende manieren openen.
• Selecteer Linux Printer en vervolgens Linux LPR via het 
pictogram Startup Menu (Opstartmenu) onderaan in het scherm.
• Als het printerconfiguratievenster geopend is, selecteert u Test 
Print (Afdruk testen) in het menu Print (Afdrukken).
3
Het venster LLPR Properties (LLPR-eigenschappen) wordt 
geopend. 
De volgende zes tabbladen bevinden zich bovenaan in het venster:
• General (Algemeen) - Hier kunt u het papierformaat, het type 
papier, de papierinvoer en de afdrukstand van de documenten 
wijzigen. U kunt hier ook de functie Dubbelzijdig afdrukken 
inschakelen, scheidingspagina's toevoegen aan het begin 
en einde, en het aantal pagina's per vel wijzigen.
•  Margins (Marges) - Hier kunt u de paginamarges opgeven. 
De afbeelding aan de rechterkant toont de huidige instellingen. 
Deze marges zijn niet van toepassing bij het afdrukken van 
gewone PostScript-gegevens.
•  Image (Afbeelding) - Hier kunt u afbeeldingsopties instellen die 
worden gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden 
(bijv. wanneer een niet-PostScript-document naar LLPR wordt 
gestuurd op de opdrachtregel). Kleurinstellingen zijn ook van 
kracht voor PostScript-documenten. 
•  Text (Tekst) - Hier kunt u de dichtheid van de tekst kiezen 
en de syntaxkleuren in- en uitschakelen.
•  HP-GL/2 - Hier kunt u standaardopties instellen voor het 
afdrukken van documenten in de HP-GL/2-indeling, die wordt 
gebruikt door sommige plotters.
•  Advanced (Geavanceerd) - Hier kunt u de standaardinstellingen 
van de printer opheffen.
Als u onderaan in het venster op de knop Save (Opslaan) klikt, 
worden de opties opgeslagen voor de volgende LLPR-sessies.
Klik op knop Help als u details over de opties in het venster wilt 
weergeven.
4
Om de opties toe te passen, klikt u op OK in het venster LLPR 
Properties (LLPR-eigenschappen). U keert dan terug naar het 
venster Linux LPR. Om te beginnen met afdrukken, klikt u op OK.