Xerox Phaser 3600 User Guide
Uw printer gebruiken onder Linux
31
Tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare
printerklassen weergegeven.
printerklassen weergegeven.
• Refresh (Vernieuwen): de lijst met klassen vernieuwen.
• Add Class... (Klas toevoegen): een nieuwe printerklasse
• Add Class... (Klas toevoegen): een nieuwe printerklasse
toevoegen.
• Remove Class (Klas verwijderen): de geselecteerde
printerklasse verwijderen.
Ports Configuration
(Poorten configureren)
(Poorten configureren)
In dit scherm kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven,
de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven
die bezet wordt door een afgebroken taak.
de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven
die bezet wordt door een afgebroken taak.
• Refresh (Vernieuwen): de lijst met beschikbare poorten
vernieuwen.
• Release port (Poort vrijgeven): de geselecteerde poort
vrijgeven.
Status van de klasse
en aantal printers
in de klasse
en aantal printers
in de klasse
Alle printerklassen
Naar Ports
Configuration
Configuration
Poorttype, aangesloten
apparaat en status
apparaat en status
Alle beschikbare
poorten
poorten
Printereigenschappen
configureren
configureren
In het eigenschappenvenster dat u kunt openen vanuit
de printerconfiguratie, kunt u verschillende eigenschappen
voor uw apparaat als printer wijzigen.
de printerconfiguratie, kunt u verschillende eigenschappen
voor uw apparaat als printer wijzigen.
1
Open Unified Driver Configurator.
Ga eventueel naar het scherm Printers Configuration.
2
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers
en klik op Properties (Eigenschappen).
en klik op Properties (Eigenschappen).
3
Het venster Printer Properties (Printereigenschappen)
wordt geopend.
wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
•General (Algemeen): locatie en naam van de printer
•General (Algemeen): locatie en naam van de printer
wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert, wordt
weergegeven in de printerlijst van het venster Printers
Configuration.
weergegeven in de printerlijst van het venster Printers
Configuration.
•Connection (Verbinding): een andere poort bekijken
of selecteren. Als u de printerpoort wijzigt van USB in
parallel of andersom terwijl de printer in gebruik is, moet
u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.
parallel of andersom terwijl de printer in gebruik is, moet
u de printerpoort op dit tabblad opnieuw configureren.
•Driver (Stuurprogramma): een ander
printerstuurprogramma bekijken of selecteren.
Klik op Options (Opties) als u de standaardopties
van het apparaat wilt instellen.
Klik op Options (Opties) als u de standaardopties
van het apparaat wilt instellen.
•Jobs (Taken): de lijst met afdruktaken weergeven. Klik
op Cancel job (Taak annuleren) om de geselecteerde
taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show
completed jobs (Voltooide taken weergeven) in om
voltooide taken in de lijst op te nemen.
taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show
completed jobs (Voltooide taken weergeven) in om
voltooide taken in de lijst op te nemen.
•Classes (Klassen): de klasse waartoe uw printer behoort.
Klik op Add to Class (Toevoegen aan klasse) om uw
printer aan een bepaalde klasse toe te voegen of klik op
Remove from Class (Verwijderen uit klasse) als u de
printer uit een geselecteerde klasse wilt verwijderen.
printer aan een bepaalde klasse toe te voegen of klik op
Remove from Class (Verwijderen uit klasse) als u de
printer uit een geselecteerde klasse wilt verwijderen.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Printer Properties.
venster Printer Properties.