Xerox Phaser 3600 User Guide

Page of 112
Standaard afdrukinstellingen
14
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als 
een bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1
Schakel het selectievakje Afdrukken naar bestand in het venster 
Afdrukken in.
2
Selecteer een map, wijs een naam toe aan het bestand en klik op 
OK.
Printerinstellingen
Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot 
alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de 
printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen 
die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen. 
Afhankelijk van het besturingssysteem kan het venster Eigenschappen 
van de printer er anders uitzien. Deze softwarehandleiding geeft het 
venster Eigenschappen van Windows XP weer.
Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de 
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, 
omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u de printereigenschappen opent via de map Printers, kunt u 
aanvullende Windows-tabbladen openen (zie de handleiding van 
Windows) en het tabblad Printer (zie “Tabblad Printer” op pagina 18).
NB
• 
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma 
opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst de 
afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen instellingen 
die u daar niet vindt, aan te passen in het printerstuurprogramma. 
• Deze instellingen gelden zolang u uw programma niet afsluit. 
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven
brengt u ze aan in de map Printers. 
• De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende 
Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere 
Windows-besturingssystemen.
1.
Klik op de knop 
Start van Windows.
2.
Selecteer Printers en faxapparaten.
3.
Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram 
van het printerstuurprogramma en selecteer 
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
5.
Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.