Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 227
Voorbereiding op installatie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
20
Overwegingen bij de planning
Dit gedeelte bevat informatie waarvan u op de hoogte moet zijn voordat u de SMARTsend-applicatie 
gaat installeren en gebruiken. Gun uzelf de tijd om deze punten goed door te nemen. 
Beveiliging
Er kan een beveiligingscertificaat op de SMARTsend-computer worden geïnstalleerd als het beveiligd 
invoeren van toegangscodes in de SMARTsend-besturingsomgeving is vereist. Beveiligingscertificaten 
worden gebruikt om vertrouwelijke informatie te coderen. Beveiligingscertificaten kunnen worden 
verkregen binnen het netwerk door gebruik te maken van software die bij het 
netwerkbesturingssysteem wordt geleverd of door gebruik te maken van een product met open 
broncode. Ook kunnen ze tegen vergoeding extern worden verkregen via een derde partij. Welke optie 
u kiest, als u dat al doet, is afhankelijk van factoren zoals:
Beveiligingsprocedures en eisen aangaande het gebruik van het netwerk en andere fysieke 
bronnen in uw organisatie moeten worden bekeken en (opnieuw) worden ingesteld voordat 
SMARTsend wordt geïnstalleerd. Denk na over de vraag hoe uw beveiligingsprocedures van 
toepassing moeten zijn op SMARTsend en configureer uw computer, clients en scanapparaten 
dienovereenkomstig. Raadpleeg Hoofdstuk 9, 
 voor meer informatie 
over beveiliging.
De nieuwste multifunctionele Xerox-apparaten, zoals WorkCentre 7655/7665/7675 of nieuwere 
apparaten, bieden aanvullende beveiligingsmogelijkheden, waaronder verificatie en veiligere 
communicatieprotocollen zoals SNMP v3 en HTTPs. Deze uitgebreide capaciteiten kunnen de end-
to-end beveiliging verder verbeteren wanneer apparaten voor het gebruik met SMARTsend zijn 
geconfigureerd. 
SMARTsend maakt het gebruik van beveiligingscertificaten optioneel, zodat de software ook kan 
worden geïnstalleerd op systemen waarop andere beveiligingsmaatregelen zijn getroffen of 
waarop beveiliging geen rol speelt. Wanneer er een beveiligingscertificaat op de SMARTsend-
computer is geïnstalleerd, kunnen de gebruikers beveiligd toegangscodes invoeren wanneer ze 
SMARTsend openen. Als daarnaast de optie Beveiligd kanaal vereist (SSL) en het 
beveiligingscertificaat goed op de SMARTsend-computer zijn geconfigureerd, is de 
gegevensoverdracht tussen SMARTsend-gebruikers en -apparaten gecodeerd. Zie 
op pagina 212 voor aanvullende 
informatie.
Als het gebruik van SMARTsend wordt beperkt tot het lokale netwerk of intranet, dan is de meest 
rendabele benadering om de optie #SelfSSL te gebruiken of een certificeringsinstantie in uw eigen 
organisatie in te stellen. Er kan met behulp van Microsoft Certificate Services een lokale 
certificeringsinstantie worden geïmplementeerd. De Microsoft Certificate Services zijn op elke cd 
van het Microsoft-besturingssysteem te vinden. De optie #SelfSSL is in de resourcekit van de 
Microsoft IIS (Internet Information Services) beschikbaar. Ga naar 
 voor aanvullende informatie.