Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 227
Voorbereiding op installatie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
22
Als FlowPort en SMARTsend in dezelfde kantooromgeving op verschillende computers zijn 
geconfigureerd, moet bij het gebruik van FlowPort of SMARTsend zorgvuldig de juiste sjabloon op 
het apparaat worden gekozen. Onder deze omstandigheden moet aan de FlowPort-computer een 
alternatieve opslagplaats worden toegewezen bij de configuratie van het multifunctionele Xerox-
apparaat. Gebruikers moeten ook controleren of ze bij het scannen een SMARTsend-sjabloon 
hebben geselecteerd op het apparaat. Gebruikers van PaperWare (Professional-editie) moeten de 
SMARTsend PaperWare-sjabloon selecteren.
SMARTsend kan vanaf release 2.0 PaperWare-formulieren (Professional-editie) verwerken die op 
andere SMARTsend- of Xerox FlowPort-computers zijn gemaakt. De optie verbetert de 
bruikbaarheid en vergroot de mogelijkheden van SMARTsend binnen de onderneming door het 
aantal apparaten dat kan worden gebruikt om scanopdrachten via één PaperWare-voorblad te 
starten effectief te vergroten. Zie 
op pagina 115 voor aanvullende informatie.
Netwerkconfiguratie en logistiek
SMARTsend is een website die zo is opgezet dat gebruikers gelijktijdig bediend kunnen worden. 
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op het vermogen om gebruikers van SMARTsend in uw 
organisatie te bedienen:
Fysieke omgeving en de netwerkbandbreedte, waaronder factoren zoals het aantal ondersteunde 
scanapparaten en de nabijheid van deze apparaten, het verwachte netwerkverkeer, de 
beschikbaarheid van kennisgevingen via e-mail en de werkstroomverwerking. Analyseer deze 
factoren om de beste locatie voor de SMARTsend-computer vast te stellen.
Het gebruik van bepaalde toepassingen van SMARTsend kan worden beperkt door de 
netwerkconfiguratie, beveiligingsprocedures en de mogelijkheden en onmogelijkheden van het 
scanapparaat. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Als SMB op een router wordt geblokkeerd of niet beschikbaar is op een bepaald apparaat, 
kunt u alleen FTP gebruiken als SMARTsend-opslagprotocol.
Als de scanapparaten zich in een ander subnetwerk bevinden, moet DNS goed 
geconfigureerd en operationeel zijn. Zie 
op pagina 27 voor meer informatie.
Als SNMP-rondzending niet is ingeschakeld tussen routers, kunt u de toepassing voor het 
automatisch zoeken en herkennen van apparaten van SMARTsend niet gebruiken.
Als de werkstroomverificatietoepassingen van SMARTsend (Privé-werkstromen, Scannen naar 
Mijn e-mail) worden gebruikt, moeten de geconfigureerde scanapparaten zich in hetzelfde 
domein (of vertrouwde domein) als de SMARTsend-computer bevinden. De multifunctionele 
apparaten van Xerox moeten ook verificatie ondersteunen, en verificatie moet op ieder 
apparaat zijn geconfigureerd en ingeschakeld.
In de handleiding vindt u aanvullende informatie voor het configureren van netwerk en apparaten. Als 
u na de installatie op problemen stuit, raadpleegt u Hoofdstuk 7, 
 voor aanvullende 
informatie.