Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 227
SMARTsend installeren
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
65
d.
Voer de gebruikersnaam, toegangscode en domeinnaam voor een Windows-
gebruikersaccount in die op de Hummingbird-server is geconfigureerd. De SMARTsend-
computer vereist een geldige gebruikersaccount om de Hummingbird-server te kunnen 
oproepen. 
e.
Klik op Toepassen om wijzigingen op te slaan. Zie 
pagina 102 voor aanvullende informatie.
Configuratievereisten voor Interwoven WorkSite
Er moet aan de volgende configuratievereisten worden voldaan om Interwoven WorkSite op het 
gebruik met SMARTsend Standard- of Professional-editie voor te bereiden:
1.
Interwoven WorkSite-server versie 8.0 moet goed zijn geïnstalleerd, geconfigureerd en goed 
werken.
2.
De client van de Interwoven WorkSite versie 8.0 moet op de SMARTsend-computer worden 
geïnstalleerd voordat de Interwoven WorkSite-optie aan SMARTsend kan worden toegevoegd. 
Nadat de client is geïnstalleerd, start u de computer als u daarom wordt gevraagd opnieuw op. 
3.
Test de Interwoven-configuratie van de SMARTsend-computer door de client te gebruiken om een  
Interwoven WorkSite-server/-database op te roepen. 
4.
pagina 67 om het optionele Interwoven WorkSite-onderdeel te installeren. 
Opmerking: 
Wanneer de Hummingbird-server en de SMARTsend-computer zich in 
verschillende domeinen bevinden (zonder een vertrouwensrelatie), en u Hummingbird 
configureert, moet u de gebruikersnaam en toegangscode (wachtwoord) voor een 
Windows-gebruikersaccount invoeren die zowel op de Hummingbird-server als op de 
SMARTsend-computer bestaat. Als de Hummingbird-server en de SMARTsend-computer zich 
in hetzelfde domein of een vertrouwd domein bevinden, kunnen de gebruikersnaam en 
toegangscode voor de domeinaccount worden ingevoerd.
Opmerking: 
De Windows-account die wordt gebruikt bij het configureren van Hummingbird 
moet het recht ‘Lokaal aanmelden’ worden verleend via de lokale beveiligingsbeleideditor 
op de Hummingbird-server. Als u dit bijvoorbeeld op een Windows 2000 Server/Advanced 
Server wilt doen, klikt u op Start > Programma's > Systeemwerkset > Lokaal 
beveiligingsbeleid. Vouw het lokale beleid uit en dubbelklik op Toewijzing van gebruiksrecht. 
Voeg de Windows-account die wordt gebruikt toe aan de lijst met accounts die het recht 
‘Lokaal aanmelden’ hebben.
Opmerking: 
Raadpleeg de installatiemedia en -documentatie die met uw Interwoven 
WorkSite-product zijn geleverd voor instructies voor de clientinstallatie en configuratie.