Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
SMARTsend installeren
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
65
d.
Voer de gebruikersnaam, toegangscode en domeinnaam voor een Windows-
gebruikersaccount in die op de Hummingbird-server is geconfigureerd. De SMARTsend-
computer vereist een geldige gebruikersaccount om de Hummingbird-server te kunnen
oproepen.
gebruikersaccount in die op de Hummingbird-server is geconfigureerd. De SMARTsend-
computer vereist een geldige gebruikersaccount om de Hummingbird-server te kunnen
oproepen.
e.
Klik op Toepassen om wijzigingen op te slaan. Zie
pagina 102 voor aanvullende informatie.
Configuratievereisten voor Interwoven WorkSite
Er moet aan de volgende configuratievereisten worden voldaan om Interwoven WorkSite op het
gebruik met SMARTsend Standard- of Professional-editie voor te bereiden:
gebruik met SMARTsend Standard- of Professional-editie voor te bereiden:
1.
Interwoven WorkSite-server versie 8.0 moet goed zijn geïnstalleerd, geconfigureerd en goed
werken.
werken.
2.
De client van de Interwoven WorkSite versie 8.0 moet op de SMARTsend-computer worden
geïnstalleerd voordat de Interwoven WorkSite-optie aan SMARTsend kan worden toegevoegd.
Nadat de client is geïnstalleerd, start u de computer als u daarom wordt gevraagd opnieuw op.
geïnstalleerd voordat de Interwoven WorkSite-optie aan SMARTsend kan worden toegevoegd.
Nadat de client is geïnstalleerd, start u de computer als u daarom wordt gevraagd opnieuw op.
3.
Test de Interwoven-configuratie van de SMARTsend-computer door de client te gebruiken om een
Interwoven WorkSite-server/-database op te roepen.
Interwoven WorkSite-server/-database op te roepen.
4.
Volg de
pagina 67 om het optionele Interwoven WorkSite-onderdeel te installeren.
Opmerking:
Wanneer de Hummingbird-server en de SMARTsend-computer zich in
verschillende domeinen bevinden (zonder een vertrouwensrelatie), en u Hummingbird
configureert, moet u de gebruikersnaam en toegangscode (wachtwoord) voor een
Windows-gebruikersaccount invoeren die zowel op de Hummingbird-server als op de
SMARTsend-computer bestaat. Als de Hummingbird-server en de SMARTsend-computer zich
in hetzelfde domein of een vertrouwd domein bevinden, kunnen de gebruikersnaam en
toegangscode voor de domeinaccount worden ingevoerd.
configureert, moet u de gebruikersnaam en toegangscode (wachtwoord) voor een
Windows-gebruikersaccount invoeren die zowel op de Hummingbird-server als op de
SMARTsend-computer bestaat. Als de Hummingbird-server en de SMARTsend-computer zich
in hetzelfde domein of een vertrouwd domein bevinden, kunnen de gebruikersnaam en
toegangscode voor de domeinaccount worden ingevoerd.
Opmerking:
De Windows-account die wordt gebruikt bij het configureren van Hummingbird
moet het recht ‘Lokaal aanmelden’ worden verleend via de lokale beveiligingsbeleideditor
op de Hummingbird-server. Als u dit bijvoorbeeld op een Windows 2000 Server/Advanced
Server wilt doen, klikt u op Start > Programma's > Systeemwerkset > Lokaal
beveiligingsbeleid. Vouw het lokale beleid uit en dubbelklik op Toewijzing van gebruiksrecht.
Voeg de Windows-account die wordt gebruikt toe aan de lijst met accounts die het recht
‘Lokaal aanmelden’ hebben.
op de Hummingbird-server. Als u dit bijvoorbeeld op een Windows 2000 Server/Advanced
Server wilt doen, klikt u op Start > Programma's > Systeemwerkset > Lokaal
beveiligingsbeleid. Vouw het lokale beleid uit en dubbelklik op Toewijzing van gebruiksrecht.
Voeg de Windows-account die wordt gebruikt toe aan de lijst met accounts die het recht
‘Lokaal aanmelden’ hebben.
Opmerking:
Raadpleeg de installatiemedia en -documentatie die met uw Interwoven
WorkSite-product zijn geleverd voor instructies voor de clientinstallatie en configuratie.