Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
87
•
Als een apparaat met behulp van de Microsoft Management Console wordt gewijzigd, moeten de
corresponderende wijzigingen op de pagina Legitimatiegegevens van apparaataccount beheren
in SMARTsend worden gemaakt.
corresponderende wijzigingen op de pagina Legitimatiegegevens van apparaataccount beheren
in SMARTsend worden gemaakt.
•
Als er een apparaataccount in SMARTsend is gewijzigd, moet de corresponderende wijziging met
behulp van Microsoft Management Console op de SMARTsend-computer worden gemaakt.
behulp van Microsoft Management Console op de SMARTsend-computer worden gemaakt.
op pagina 32 voor meer informatie.
Zoekinstellingen configureren - subnetwerken
Op de pagina Zoekinstellingen configureren - subnetwerken kunt u aanvullende subnetwerken
toevoegen aan het zoeken met SMARTsend-rondzending.
toevoegen aan het zoeken met SMARTsend-rondzending.
Een subnetwerk toevoegen
1.
Klik op de pagina Xerox-apparaten beheren de koppeling Zoekinstellingen configureren... >
subnetwerken aan.
subnetwerken aan.
2.
Voer een geldig IP-adres voor het doelsubnetwerk en het corresponderende subnetmasker in.
3.
Klik op Toevoegen. SMARTsend berekent het corresponderende rondzendadres voor het
subnetwerk en voegt het aan de lijst met rondzendadressen voor het subnetwerk toe.
subnetwerk en voegt het aan de lijst met rondzendadressen voor het subnetwerk toe.
De rondzendadressen voor het subnetwerk in de lijst worden telkens gezocht als de toepassing Nu
zoeken wordt gebruikt.
zoeken wordt gebruikt.
Een subnetwerk verwijderen
1.
Klik op het item in de lijst met rondzendadressen voor het subnet.
2.
Klik op Verwijderen.
Zoekinstellingen configureren - SNMP-legitimatiegegevens
Op de pagina Zoekinstellingen configureren - SNMP-legitimatiegegevens kunt u aanvullende SNMP-
legitimatiegegevens invoeren die SMARTsend zal gebruiken voor het zoeken van apparaten wanneer u
op de toets Nu zoeken klikt. Er moeten aanvullende SNMP-legitimatiegegevens worden toegevoegd als
uw Xerox-apparaten met niet-standaard SNMP-legitimatiegegevens zijn geconfigureerd. De SNMP-
legitimatiegegevens in SMARTsend moeten overeenkomen met de SNMP-legitimatiegegevens op het
apparaat dat u met SMARTsend wilt zoeken. Wanneer apparaten met deze legitimatiegegevens
worden gevonden, configureert SMARTsend het apparaat automatisch met de toepasselijke SNMP-
instellingen.
legitimatiegegevens invoeren die SMARTsend zal gebruiken voor het zoeken van apparaten wanneer u
op de toets Nu zoeken klikt. Er moeten aanvullende SNMP-legitimatiegegevens worden toegevoegd als
uw Xerox-apparaten met niet-standaard SNMP-legitimatiegegevens zijn geconfigureerd. De SNMP-
legitimatiegegevens in SMARTsend moeten overeenkomen met de SNMP-legitimatiegegevens op het
apparaat dat u met SMARTsend wilt zoeken. Wanneer apparaten met deze legitimatiegegevens
worden gevonden, configureert SMARTsend het apparaat automatisch met de toepasselijke SNMP-
instellingen.
Klik op de pagina Xerox-apparaten beheren de koppeling Zoekinstellingen configureren... SNMP-
legitimatiegegevens aan om de volgende SNMP-instellingen te configureren:
legitimatiegegevens aan om de volgende SNMP-instellingen te configureren:
SNMP v2c—hiermee kunt u de aanvullende groepsnamen voor OPHALEN invoeren. Voer elke naam in
het groepsnaamveld voor OPHALEN in en klik vervolgens op de toets Toevoegen. Wilt u een
groepsnaam verwijderen, dan selecteert u gewoon het vakje naast de naam en klikt u vervolgens op de
toets Verwijderen die zich onder de lijst bevindt.
het groepsnaamveld voor OPHALEN in en klik vervolgens op de toets Toevoegen. Wilt u een
groepsnaam verwijderen, dan selecteert u gewoon het vakje naast de naam en klikt u vervolgens op de
toets Verwijderen die zich onder de lijst bevindt.