Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
Handleiding voor installatie en beheer
88
SNMP v3—hiermee kunt u aanvullende SNMP v3-accountlegitimatiegegevens invoeren. Voer elke
gebruikersnaam in het toepasselijke veld in, samen met de corresponderende verificatie- en
privacytoegangscodes, en klik vervolgens op de toets Toevoegen. Wilt u een account verwijderen, dan
selecteert u het vakje naast de accountnaam en klikt vervolgens op de toets Verwijderen die zich onder
de lijst bevindt.
gebruikersnaam in het toepasselijke veld in, samen met de corresponderende verificatie- en
privacytoegangscodes, en klik vervolgens op de toets Toevoegen. Wilt u een account verwijderen, dan
selecteert u het vakje naast de accountnaam en klikt vervolgens op de toets Verwijderen die zich onder
de lijst bevindt.
Standaardinstellingen apparaatconfiguratie bewerken
Met Standaardinstellingen apparaatconfiguratie kunt u de instellingen aanpassen en prioriteren die
SMARTsend tijdens het configureren van apparaten zal gebruiken. Wilt u deze pagina oproepen, dan
opent u de pagina Xerox-apparaten beheren en klikt u in het linkerdeelvenster op de koppeling
Standaardinstellingen apparaatconfiguratie bewerken....
SMARTsend tijdens het configureren van apparaten zal gebruiken. Wilt u deze pagina oproepen, dan
opent u de pagina Xerox-apparaten beheren en klikt u in het linkerdeelvenster op de koppeling
Standaardinstellingen apparaatconfiguratie bewerken....
Deze instellingen kunnen indien nodig voor elk individueel apparaat worden gewijzigd door de
apparaateigenschappen te bewerken. De apparaateigenschappen kunnen via de pagina Xerox-
apparaateigenschappen te bewerken. De apparaateigenschappen kunnen via de pagina Xerox-
apparaten beheren worden opgeroepen door op het pictogram voor Apparaateigenschappen
te
klikken.
Gegevensoverdrachtprotocollen
Met de opties voor Gegevensoverdrachtprotocol kunt u de protocollen definiëren waarmee gegevens
tussen de SMARTsend-computer en de multifunctionele Xerox-apparaten worden verzonden. De
ondersteunde protocollen moeten in SMARTsend worden ingeschakeld, zodat deze tijdens het
configureren van apparaten kunnen worden gebruikt.
tussen de SMARTsend-computer en de multifunctionele Xerox-apparaten worden verzonden. De
ondersteunde protocollen moeten in SMARTsend worden ingeschakeld, zodat deze tijdens het
configureren van apparaten kunnen worden gebruikt.
Tip:
Controleer of de poorten voor elk vereist ondersteund protocol niet worden geblokkeerd via
filters bij een switch, router of firewall. Zie
op pagina 47 voor
aanvullende informatie.
Opmerking:
De SNMP v3-opties worden niet weergegeven als SNMP v3 niet in SMARTsend is
ingeschakeld. Klik op de Homepage van Beheer Standaardinstellingen
apparaatconfiguratie... onder de sectie Xerox-apparaten beheren aan. Zie
apparaatconfiguratie... onder de sectie Xerox-apparaten beheren aan. Zie
op pagina 88 voor aanvullende
informatie.
Opmerking:
Het wijzigen van deze instellingen heeft geen invloed op apparaten die al zijn
geconfigureerd.
Opmerking:
Als u SMARTsend toestaat om de apparaataccounts te beheren die voor opslag
worden gebruikt, wordt er voor elk geselecteerde protocol een account op de SMARTsend-
computer gemaakt.
computer gemaakt.