Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Bekende problemen
7-7
Testapparaatconfiguratie
De pagina Testapparaatconfiguratie geeft de testresultaten weer die zijn verkregen tijdens het uitvoeren
van de toepassing Configuratie testen op een of meerdere Xerox-apparaten. De volgende informatie wordt
weergegeven:
van de toepassing Configuratie testen op een of meerdere Xerox-apparaten. De volgende informatie wordt
weergegeven:
Testsamenvatting—Deze kolom geeft een overzicht van de testresultaten voor een gegeven apparaat.
Wanneer een apparaat een test niet goed weet te voltooien, wordt deze als niet beschikbaar weergegeven
en wordt er een foutbericht in de kolom Foutbericht op de pagina Xerox-apparaten beheren weergegeven.
U kunt op het pictogram in de kolom Foutbericht klikken om aanvullendeinformatie voor tests en problemen
oplossen weer te geven.
Wanneer een apparaat een test niet goed weet te voltooien, wordt deze als niet beschikbaar weergegeven
en wordt er een foutbericht in de kolom Foutbericht op de pagina Xerox-apparaten beheren weergegeven.
U kunt op het pictogram in de kolom Foutbericht klikken om aanvullendeinformatie voor tests en problemen
oplossen weer te geven.
Test Apparaataccount—Deze test valideert de legitimeringen voor de apparaataccount. Deze test mislukt
als de toegangscode voor de apparaataccount is verlopen of als de apparaataccount is verwijderd.
als de toegangscode voor de apparaataccount is verlopen of als de apparaataccount is verwijderd.
Test Toegang standaardopslagplaats—Deze test verifieert of de standaardopslagplaats op het apparaat
door de apparaataccount kan worden opgeroepen. Deze test mislukt als de apparaataccount geen toegang tot
de directory van de standaardopslagplaats of de SMARTsend-computer heeft.
door de apparaataccount kan worden opgeroepen. Deze test mislukt als de apparaataccount geen toegang tot
de directory van de standaardopslagplaats of de SMARTsend-computer heeft.
Test Protocol—Deze test verifieert of het gegevensoverdrachtprotocol dat op het apparaat is geconfigureerd
door de SMARTsend-computer wordt ondersteund. Deze test mislukt als het gegevensoverdrachtprotocol
ongeldig is of van de SMARTsend-computer is verwijderd.
door de SMARTsend-computer wordt ondersteund. Deze test mislukt als het gegevensoverdrachtprotocol
ongeldig is of van de SMARTsend-computer is verwijderd.
Test Poort—Deze test verifieert of de poort voor het gegevensoverdrachtprotocol op de SMARTsend-
computer overeenkomt met de poort die op het apparaat is geconfigureerd. Deze test mislukt als de poort
voor het gegevensoverdrachtprotocol op de SMARTsend-computer is bijgewerkt en het apparaat niet
opnieuw is geconfigureerd.
computer overeenkomt met de poort die op het apparaat is geconfigureerd. Deze test mislukt als de poort
voor het gegevensoverdrachtprotocol op de SMARTsend-computer is bijgewerkt en het apparaat niet
opnieuw is geconfigureerd.
Test Apparaatinstellingen—Deze test verifieert of de instellingen voor het netwerkscannen op het apparaat
overeenkomen met SMARTsend-systeeminstellingen. Deze test mislukt als het apparaat door een andere
applicatie of configuratiemethode voor netwerkscannen is geconfigureerd.
overeenkomen met SMARTsend-systeeminstellingen. Deze test mislukt als het apparaat door een andere
applicatie of configuratiemethode voor netwerkscannen is geconfigureerd.
Test Toegang sjablonengroep—Deze test verifieert of de sjablonengroep door de apparaataccount kan
worden opgeroepen en alle publicaties voor dit apparaat bevat. Deze test mislukt als de apparaataccount
geen toegang tot de directory van de sjablonengroep of de SMARTsend-computer heeft of als er een of
meerdere sjablonen van het SMARTsend-computerbestandsysteem zijn verwijderd.
worden opgeroepen en alle publicaties voor dit apparaat bevat. Deze test mislukt als de apparaataccount
geen toegang tot de directory van de sjablonengroep of de SMARTsend-computer heeft of als er een of
meerdere sjablonen van het SMARTsend-computerbestandsysteem zijn verwijderd.
Als u het probleem niet met de opties Repareren en Configuratie testen kunt oplossen,
dient u het volgende te controleren:
dient u het volgende te controleren:
Het multifunctionele Xerox-apparaat moet on line zijn en niet bezig zijn met opnieuw opstarten.
Het multifunctionele Xerox-apparaat moet goed worden geconfigureerd om netwerkscannen te
ondersteunen.
ondersteunen.
TCP/IP moet op het apparaat zijn ingeschakeld.
SNMP moet op het apparaat zijn ingeschakeld en de SNMP-instellingen moeten met de
SNMP-instellingen overeenkomen die in SMARTsend zijn geconfigureerd.
SNMP-instellingen overeenkomen die in SMARTsend zijn geconfigureerd.
SNMP-communicatie moet op uw netwerk zijn ingeschakeld en SNMP-rondzending moet zijn
ingeschakeld om het zoeken van SMARTsend-apparaten te ondersteunen (De optie Nu zoeken).
ingeschakeld om het zoeken van SMARTsend-apparaten te ondersteunen (De optie Nu zoeken).
Als u DNS gebruikt, verifieert u of de computer goed in DNS is geconfigureerd. Zie DNS-configuratie
van de SMARTsend-computer verifiëren op pagina 2-8 voor meer informatie.
van de SMARTsend-computer verifiëren op pagina 2-8 voor meer informatie.
Als de SMARTsend-computer in DNS is geconfigureerd, moeten de multifunctionele Xerox-apparaten
die met SMARTsend worden gebruikt voor DNS worden geconfigureerd. De DNS-instellingen van het
apparaat moeten handmatig worden geconfigureerd via de gebruikersinterface van het apparaat, of via
de ingebouwde webserver (CentreWare Internetservices) voordat u probeert het apparaat toe te voegen
aan SMARTsend.
die met SMARTsend worden gebruikt voor DNS worden geconfigureerd. De DNS-instellingen van het
apparaat moeten handmatig worden geconfigureerd via de gebruikersinterface van het apparaat, of via
de ingebouwde webserver (CentreWare Internetservices) voordat u probeert het apparaat toe te voegen
aan SMARTsend.