Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
E-mail en adresboek instellen
4-25
LDAP-serverconfiguratie
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een optionele configuratie-instelling die alleen van
toepassing is op de zoekfunctie in het geïntegreerde adresboek van SMARTsend. Wanneer deze toepassing
is geconfigureerd, gebruikt SMARTsend LDAP om informatie over e-mailadressen te verkrijgen en
bevestigen als een gebruiker een deel van een naam invoert in de velden van SMARTsend waarin
e-mailadressen als scanbestemmingen worden opgegeven.
toepassing is op de zoekfunctie in het geïntegreerde adresboek van SMARTsend. Wanneer deze toepassing
is geconfigureerd, gebruikt SMARTsend LDAP om informatie over e-mailadressen te verkrijgen en
bevestigen als een gebruiker een deel van een naam invoert in de velden van SMARTsend waarin
e-mailadressen als scanbestemmingen worden opgegeven.
Als u SMARTsend wilt configureren voor het gebruik van LDAP om e-mailadressen op te zoeken, moet
u de volledige DNS-naam of het IP-adres van de LDAP-server invoeren.
u de volledige DNS-naam of het IP-adres van de LDAP-server invoeren.
LDAP-verificatie
Als verificatie nodig is voor de LDAP-server (als deze geen anonieme toegang tot het adresboek
ondersteunt), moet u ook legitimeringen invoeren voor de LDAP-server. De legitimeringen zijn de
accountnaam en de toegangscode die de LDAP-server nodig heeft voor verificatie.
ondersteunt), moet u ook legitimeringen invoeren voor de LDAP-server. De legitimeringen zijn de
accountnaam en de toegangscode die de LDAP-server nodig heeft voor verificatie.
Nadat u de LDAP-serverinformatie heeft ingevoerd, klikt u op Testen om de configuratie te verifiëren. Als
SMARTsend met de LDAP-server kan communiceren, verschijnt de status Geslaagd. Als de test mislukt,
moet u bevestigen dat de LDAP-servernaam en legitimeringen die u heeft ingevoerd in SMARTsend
overeenkomen met de werkelijke servernaam en legitimeringen die zijn geconfigureerd op de LDAP-server.
Test daarna de configuratie opnieuw. Als de test opnieuw mislukt, moet u uw LDAP-server controleren om
te zien of deze goed is geconfigureerd en werkt met andere applicaties die van LDAP gebruik maken.
SMARTsend met de LDAP-server kan communiceren, verschijnt de status Geslaagd. Als de test mislukt,
moet u bevestigen dat de LDAP-servernaam en legitimeringen die u heeft ingevoerd in SMARTsend
overeenkomen met de werkelijke servernaam en legitimeringen die zijn geconfigureerd op de LDAP-server.
Test daarna de configuratie opnieuw. Als de test opnieuw mislukt, moet u uw LDAP-server controleren om
te zien of deze goed is geconfigureerd en werkt met andere applicaties die van LDAP gebruik maken.
Eigenschappentoewijzing LDAP
SMARTsend biedt de standaard Eigenschappentoewijzing LDAP voor de kenmerken E-mailadres (mail),
Naam (cn) en Plaats (l). Deze standaardinstellingen moeten overeenkomen met de standaardinstellingen
voor de meeste LDAP-servers. Als uw LDAP-server van andere toewijzingen gebruik maakt, moet u deze
SMARTsend-toewijzingen veranderen en afstemmen op de toewijzingen die op uw LDAP-server zijn
gedefinieerd. Neem voor meer hulp contact op met uw LDAP-serverbeheerder.
Naam (cn) en Plaats (l). Deze standaardinstellingen moeten overeenkomen met de standaardinstellingen
voor de meeste LDAP-servers. Als uw LDAP-server van andere toewijzingen gebruik maakt, moet u deze
SMARTsend-toewijzingen veranderen en afstemmen op de toewijzingen die op uw LDAP-server zijn
gedefinieerd. Neem voor meer hulp contact op met uw LDAP-serverbeheerder.