Xerox SmartSend Support & Software User Guide
Werkstroom bewerken
3-7
Werkstroom bewerken
Elke gebruiker kan een openbare werkstroom bewerken. Alleen de eigenaar van de werkstroom (de maker)
kan een privé-werkstroom bewerken. Werkstromen worden bewerkt met de toepassing Werkstroom
bewerken.
kan een privé-werkstroom bewerken. Werkstromen worden bewerkt met de toepassing Werkstroom
bewerken.
Zo heeft u toegang tot de toepassing Werkstroom bewerken:
1
Ga naar de Homepage van de gebruiker en klik op Alle werkstromen bekijken. Als u uw eigen
werkstroom bewerkt, kunt u ook op Mijn werkstromen beheren klikken.
werkstroom bewerkt, kunt u ook op Mijn werkstromen beheren klikken.
2
Selecteer in de lijst met werkstromen in de Werkstroomverkenner de werkstroom die u wilt bewerken.
3
Klik op Deze werkstroom bewerken uit de lijst met Werkstroomtaken aan de linkerkant. De pagina
Werkstroom opslaan verschijnt.
Werkstroom opslaan verschijnt.
4
U kunt op de pagina Werkstroom opslaan de naam en beschrijving van de werkstroom wijzigen, evenals
de publicatieopties. U kunt ook alle bewerkbare werkstroomeigenschappen via de toets Wijzigen
aanpassen. De toets Wijzigen is voor elk van de voornaamste werkstroomonderdelen beschikbaar.
de publicatieopties. U kunt ook alle bewerkbare werkstroomeigenschappen via de toets Wijzigen
aanpassen. De toets Wijzigen is voor elk van de voornaamste werkstroomonderdelen beschikbaar.
a)
Werkstroominstellingen—klik op de toets Instellingen wijzigen om de instellingen op de pagina
Werkstroominstellingen te wijzigen. Zie Werkstroom opslaan op pagina 3-40 voor aanvullende
informatie.
Werkstroominstellingen te wijzigen. Zie Werkstroom opslaan op pagina 3-40 voor aanvullende
informatie.
b)
Documentkenmerken—klik op de toets Kenmerken wijzigen om de instellingen op de pagina
Documentkenmerken te wijzigen. Zie Documentkenmerken op pagina 3-34 voor aanvullende
informatie.
Documentkenmerken te wijzigen. Zie Documentkenmerken op pagina 3-34 voor aanvullende
informatie.
c)
Documentnaam—klik op de toets Naam wijzigen om de instellingen op de pagina Documentnaam
en -type te wijzigen. Zie Documentnaam en -type op pagina 3-24 voor aanvullende informatie.
en -type te wijzigen. Zie Documentnaam en -type op pagina 3-24 voor aanvullende informatie.
d)
Documentbestemming en -indelingen—klik op de toets Bestemmingen wijzigen om de
instellingen op de pagina Documentbestemmingen te wijzigen of de toets Indelingen wijzigen
om de documentindelingsinstellingen op de pagina Documentnaam en -type te wijzigen. Zie
Documentbestemmingen op pagina 3-10 en Zie Documenttype op pagina 3-26 voor aanvullende
informatie.
instellingen op de pagina Documentbestemmingen te wijzigen of de toets Indelingen wijzigen
om de documentindelingsinstellingen op de pagina Documentnaam en -type te wijzigen. Zie
Documentbestemmingen op pagina 3-10 en Zie Documenttype op pagina 3-26 voor aanvullende
informatie.
O
PMERKING
:
U kunt alleen wijzigingen opslaan in een werkstroom die nog niet is gepubliceerd. Als de
werkstroom al is gepubliceerd, moet u de wijzigingen opslaan in een nieuwe werkstroom door op Opslaan
als te klikken. Als u een gepubliceerde werkstroom wilt bewerken, kunt u alle publicaties verwijderen
d.m.v. de taak De publicaties van deze werkstroom verwijderen en vervolgens de bewerkte werkstroom
bewerken en opslaan.
als te klikken. Als u een gepubliceerde werkstroom wilt bewerken, kunt u alle publicaties verwijderen
d.m.v. de taak De publicaties van deze werkstroom verwijderen en vervolgens de bewerkte werkstroom
bewerken en opslaan.
O
PMERKING
:
Als u de werkstroom van een andere gebruiker bewerkt, moet u legitimeringen
toevoegen voor de bestemmingen. De werkstroom maakt altijd gebruik van de legitimeringen van
de eigenaar op het moment van scannen. Als u geen legitimeringen toevoegt op het moment dat u
de werkstroom bewerkt, wordt u gevraagd de legitimeringen toe te voegen als de werkstroom wordt
gepubliceerd. Zie Een nieuwe legitimering toevoegen op pagina 2-6 voor informatie over het
toevoegen van legitimeringen.
de eigenaar op het moment van scannen. Als u geen legitimeringen toevoegt op het moment dat u
de werkstroom bewerkt, wordt u gevraagd de legitimeringen toe te voegen als de werkstroom wordt
gepubliceerd. Zie Een nieuwe legitimering toevoegen op pagina 2-6 voor informatie over het
toevoegen van legitimeringen.