Xerox SmartSend Support & Software User Guide
5-4
Werkstromen publiceren
Voor sommige apparaten kan de naam uit niet meer dan 11 tekens bestaan. Indien u een naam opgeeft die uit
meer dan 11 tekens bestaat en publiceert voor een apparaat waarbij 11 tekens het maximum aantal is voor de
naam, wordt een foutbericht weergegeven wanneer u op OK klikt om de sjabloon te publiceren.
meer dan 11 tekens bestaat en publiceert voor een apparaat waarbij 11 tekens het maximum aantal is voor de
naam, wordt een foutbericht weergegeven wanneer u op OK klikt om de sjabloon te publiceren.
Vervalt wanneer niet gebruikt in een periode van
Met deze optie wordt automatisch de publicatie van sjablonen ongedaan gemaakt en worden deze
verwijderd van apparaten wanneer de sjablonen niet binnen een ingestelde tijd worden gebruikt. De
vervallen sjablonen kunnen echter nog steeds voorkomen op de lijst met sjablonen op het apparaat,
totdat u de lijst op het apparaat bijwerkt.
verwijderd van apparaten wanneer de sjablonen niet binnen een ingestelde tijd worden gebruikt. De
vervallen sjablonen kunnen echter nog steeds voorkomen op de lijst met sjablonen op het apparaat,
totdat u de lijst op het apparaat bijwerkt.
De werkstromen zelf worden niet verwijderd of gaan niet verloren, maar de gepubliceerde sjablonen zijn
niet meer beschikbaar voor gebruik en moeten indien ze wel nodig zijn opnieuw worden gepubliceerd.
Als een sjabloon wel wordt gebruikt binnen de ingestelde tijd, wordt de vervaldatum opnieuw ingesteld.
niet meer beschikbaar voor gebruik en moeten indien ze wel nodig zijn opnieuw worden gepubliceerd.
Als een sjabloon wel wordt gebruikt binnen de ingestelde tijd, wordt de vervaldatum opnieuw ingesteld.
Voorbeeld: Als de gepubliceerde werkstroom is ingesteld om over 1 week te verlopen maar de sjabloon
wordt voor het einde van de week gebruikt, dan wordt de vervaldatum opnieuw ingesteld op 1 week vanaf
de dag van het laatste gebruik.
wordt voor het einde van de week gebruikt, dan wordt de vervaldatum opnieuw ingesteld op 1 week vanaf
de dag van het laatste gebruik.
Werkstroompublicatie aan de volgende apparaten toevoegen
Selecteer een of meer apparaten om de werkstroom aan toe te voegen. Selecteer opeenvolgende apparaten
door de toets <Shift> in te drukken en ingedrukt te houden terwijl u het eerste en het laatste apparaat kiest.
Selecteer niet-opeenvolgende apparaten door de toets <Ctrl> in te drukken en ingedrukt te houden terwijl
u op afzonderlijke apparaten klikt. Indien een gewenst apparaat niet voorkomt op de lijst, vraag uw
SMARTsend-beheerder dan of hij/zij het apparaat toevoegt.
door de toets <Shift> in te drukken en ingedrukt te houden terwijl u het eerste en het laatste apparaat kiest.
Selecteer niet-opeenvolgende apparaten door de toets <Ctrl> in te drukken en ingedrukt te houden terwijl
u op afzonderlijke apparaten klikt. Indien een gewenst apparaat niet voorkomt op de lijst, vraag uw
SMARTsend-beheerder dan of hij/zij het apparaat toevoegt.
Documentkenmerken
Documentkenmerken worden gemaakt wanneer de werkstroom wordt gemaakt. U kunt tijdens het maken
van werkstromen of op het moment van publicatie waarden voor de kenmerken opgeven. De waarden
kunnen tijdens het scannen worden gewijzigd op het apparaat door de optie Bewerkbaar op het apparaat
te selecteren. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt u op het apparaat gevraagd de waarden van de
kenmerken in te voeren tijdens het scannen.
van werkstromen of op het moment van publicatie waarden voor de kenmerken opgeven. De waarden
kunnen tijdens het scannen worden gewijzigd op het apparaat door de optie Bewerkbaar op het apparaat
te selecteren. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt u op het apparaat gevraagd de waarden van de
kenmerken in te voeren tijdens het scannen.
O
PMERKING
:
U kunt deze optie zo instellen dat de applicatie automatisch publicaties verwijdert die
niet worden gebruikt. Anders dienen beheerders zelf publicaties in de applicatie en op de apparaten
te verwijderen.
te verwijderen.
O
PMERKING
:
Als verificatie op het apparaat vereist wordt voor de werkstroom (standaard voor privé-
werkstromen en de werkstroom Mijn_E-mail) maar het apparaat biedt geen ondersteuning voor verificatie,
wordt het apparaat niet weergegeven.
wordt het apparaat niet weergegeven.
O
PMERKING
:
Wanneer beveiliging van belang is, kan de tekstinvoer in deze velden met sterretjes (*)
zijn gemaskeerd. Deze optie kan via Veldbeveiliging > Gebruikersinvoer verbergen (****) worden
gedefinieerd. Zie Documentkenmerken op pagina 3-34 voor meer informatie.
gedefinieerd. Zie Documentkenmerken op pagina 3-34 voor meer informatie.