Xerox ColorQube 9201/9202/9203 User Guide
Inleiding
ColorQube™ 9201/9202/9203
Werkstroom Scannen
155
Opslagplaatsen
Opslagplaatsen zijn bestandslocaties of mappen op een server voor het opslaan en bewaren van
gescande bestanden. De
gescande bestanden. De
Opslagplaatsen zijn met behulp van Internet Services ingesteld. Voordat u de
toepassing
Werkstroom Scannen kunt gebruiken, moet de systeembeheerder de opslagplaatsen voor
uw apparaat instellen. De opslagplaats/locatie voor het opslaan van uw gescande opdracht wordt
bepaald door de geselecteerde sjabloon.
bepaald door de geselecteerde sjabloon.
Opslagplaatsen worden gevalideerd door Internet Services op
het moment dat de systeembeheerder ze instelt als scanbestemming. Er kunnen maximaal vijf
opslagplaatsen worden gedefinieerd (1 standaard en 4 extra). Nadat de opslagplaatsen zijn ingesteld,
kunt u ze selecteren tijdens het aanpassen van de sjabloon.
opslagplaatsen worden gedefinieerd (1 standaard en 4 extra). Nadat de opslagplaatsen zijn ingesteld,
kunt u ze selecteren tijdens het aanpassen van de sjabloon.
Sjablonen
Sjablonen worden gebruikt voor scan- en faxopdrachten op het apparaat via de functie
Werkstroom
Scannen. Sjablonen bevatten parameters voor de scan- of faxopdracht. De sjabloon bevat onder
andere de uiteindelijke bestemming van de opdracht (de opslagplaats) en de instellingen voor
beeldkwaliteit, evenals een sjabloonnaam. De sjabloonnaam wordt weergegeven in de sjablonenlijst,
die toegankelijk is via het aanraakscherm op het apparaat.
andere de uiteindelijke bestemming van de opdracht (de opslagplaats) en de instellingen voor
beeldkwaliteit, evenals een sjabloonnaam. De sjabloonnaam wordt weergegeven in de sjablonenlijst,
die toegankelijk is via het aanraakscherm op het apparaat.
U kunt een bestaande sjabloon in ongewijzigde vorm gebruiken of met Internet Services een
bestaande sjabloon aanpassen of een volledig nieuwe maken. Als u een opdracht via
bestaande sjabloon aanpassen of een volledig nieuwe maken. Als u een opdracht via
Werkstroom
Scannen wilt uitvoeren, moet u een sjabloon selecteren op het aanraakscherm van het apparaat.
Sjabloonbewerkingen kunnen worden uitgevoerd met behulp van
Internet Services of FreeFlow
™
SMARTsend
™
. Voor informatie over
FreeFlow
™
SMARTsend
™
-sjablonen kunt u de
gebruikershandleiding van
FreeFlow
™
SMARTsend
™
raadplegen. Deze handleiding treft u aan in de
documentatie van de
FreeFlow
™
-software die bij het apparaat is geleverd.
De
Standaardsjabloon is altijd op het apparaat aanwezig en staat boven aan de lijst.
De standaardsjabloon wordt geleverd als onderdeel van de software van het apparaat.
De systeembeheerder stelt eerst de bestandsopslagplaats in en vervolgens de parameters van de
standaardsjabloon.
De systeembeheerder stelt eerst de bestandsopslagplaats in en vervolgens de parameters van de
standaardsjabloon.
De gebruiker kan een nieuwe sjabloon maken, een bestaande sjabloon verwijderen en een bestaande
sjabloon kopiëren en vervolgens wijzigen. Deze sjabloonbewerkingen worden uitgevoerd met behulp
van
sjabloon kopiëren en vervolgens wijzigen. Deze sjabloonbewerkingen worden uitgevoerd met behulp
van
Internet Services. Meer informatie over deze bewerkingen vindt u verderop in deze handleiding.