Xerox ColorQube 9201/9202/9203 User Guide

Page of 343
Mediasoorten
ColorQube™ 9201/9202/9203
Papier en ander afdrukmateriaal
236
Voorgeboord
Deze mediasoort wordt gebruikt voor geperforeerde media met aan één zijde twee of meer gaatjes 
voor gebruik in ringmappen of agenda's. Om te zorgen dat er geen inkt terecht komt op de boorgaten, 
wordt een kleine hoeveelheid van de bindrug van het beeld verwijderd.
Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de rechterrand in lade 1, 2, 3 en lade 6 
(invoegeenheid).
Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerrand in lade 4 (handmatige invoer) en 
lade 5.
Opmerking:
Als de verwijdering het afdrukbeeld beïnvloedt, raadpleeg dan de handleiding 
Kopiëren
 voor instructies over het gebruik van Beeldverschuiving.
VOORZICHTIG:
Bij het plaatsen van de media moet u controleren of er geen uitgeboorde stukjes 
papier in de stapel zijn achtergebleven. Als deze papiersnippers in het systeem terechtkomen, kan 
het papier vastlopen of kunnen de interne onderdelen van het apparaat beschadigd raken. 
Waaier de media uit om vellen die aan elkaar zitten te scheiden.
Transparanten
Transparanten worden gebruikt voor het maken van beelden die tijdens een presentatie op een scherm 
kunnen worden geprojecteerd of als omslagen. Transparanten bestaan uit een polyester film die is 
gecoat met een chemische stof. Heldere transparanten bieden maximale ruimte voor presentaties.
Opmerking:
Transparanten kunnen 
alleen via lade 4 (handmatige invoer) 
worden ingevoerd.
Plaats transparanten die een witte 
strip langs één rand hebben met de 
strip links en aan de onderkant van de 
transparanten.
Waaier transparanten uit om te 
voorkomen dat ze aan elkaar vast 
blijven zitten.
Plaats transparanten boven op een 
kleine stapel papier van hetzelfde formaat.
Als er na het afdrukken een laag fuserolie achterblijft op een transparant, kunt u deze met een 
pluisvrije doek verwijderen.
Voorbedrukt
Gebruik deze optie voor voorbedrukt papier zoals briefhoofdpapier en formulieren.
Plaats voorbedrukt papier met de beeldzijde omhoog en met de bovenkant naar de voorzijde van 
het apparaat in lade 1, 2, 3 en lade 6 (invoegeenheid).
Plaats voorbedrukt papier met de beeldzijde omlaag en de bovenkant van de pagina naar de 
voorzijde van het apparaat gericht in lade 4 (handmatige invoer) en lade 5.