Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 9 LAT-NETWERK CONFIGUREREN 
9-7
 
DECprint Supervisor configureren 
 
Als u de Brother-afdrukserver wilt gebruiken met DECprint Supervisor-software, 
hebt u de optie DCPS-Open nodig om Brother-printers te ondersteunen (u moet 
wellicht ook de DCPS-apparaatbeheermodules en de instelling van de wachtrij 
wijzigen, zodat ook "niet-herkende" printers gebruikt kunnen worden). U mag de 
opdracht SET SERVICE RECEIVE niet gebruiken, omdat voor DCPS 
bidirectionele communicatie nodig is. 
 
De afdrukserver werkt onder ULTRIX ongeveer op dezelfde manier als met 
VMS: u maakt een LAT-toepassingspoort en koppelt daar een wachtrij aan (houd 
er rekening mee dat ULTRIX ook met TCP/IP geconfigureerd kan worden - zie 
hoofdstuk 2). Voor deze procedure, die hieronder wordt besproken, hebt u 
systeembeheerderprivileges nodig. 
 
1.  Controleer op een LAT-compatibele terminalserver eerst of LAT werkt: 
typ de opdracht SHOW NODE of SHOW SERVICE. Als alles goed is, 
ziet u nu de naam van uw ULTRIX-host. Als u niet beschikt over een 
terminalserver, voert u de volgende opdracht uit:  
 
 lcp 
-c 
 
Deze opdracht toont het LAT-verkeer op het netwerk. U moet ten minste een 
paar frames verzonden zien worden, daar de ULTRIX-computer regelmatig 
berichten over het netwerk verstuurt. Als LAT niet werkt, controleert u eerst de 
bekabeling en de configuratie van uw netwerk. Werkt LAT nu nog steeds niet, 
dan moet u LAT misschien op uw systeem installeren. Dit is een vrij 
ingewikkelde procedure, waarvoor uw kernel opnieuw opgebouwd moet worden; 
raadpleeg uw ULTRIX-documentatie voor nadere informatie over deze 
procedure. 
 
2.  Als u nog geen LAT-apparaten hebt gemaakt, dan moet dat nu gebeuren. 
Hiertoe verandert u eerst de standaarddirectory in /dev, waarna u de 
opdracht MAKEDEV gebruikt om 16 LAT-apparaten te maken: 
 
cd /dev 
MAKEDEV lta0