Brother PE-DESIGN NEXT Instruction Manual

Page of 328
280
Het uiterlijk van de toepassing veranderen (Opties)
Sneltoetsen aanpassen
1.
Klik op Aanpassen (1) en vervolgens op 
Aanpassen (2).
2.
Selecteer in de lijst Categorieën een 
opdrachtcategorie. Selecteer vervolgens in de 
lijst Opdrachten de opdracht waarvoor u 
sneltoetsen wilt opgeven.
→ De standaard sneltoetsen worden 
weergegeven in het kader Huidige 
toetsen
 (1).
3.
Met het toetsenbord registreert u de nieuwe 
sneltoetsen in het kader Druk op nieuwe 
sneltoets
 (2) en klik vervolgens op Toewijzen 
(4). De nieuwe sneltoetsen worden 
weergegeven in het kader Huidige toetsen 
(1).
→ De gebruiksinformatie over de opgegeven 
toetsencombinatie verschijnt. Als de 
toetsencombinatie al is toegewezen aan 
een andere opdracht, wordt de naam van 
die opdracht weergegeven bij (3).
Wanneer u de standaard of opgegeven 
sneltoetsen wilt verwijderen, selecteert u de 
sneltoetsen in (1). Vervolgens klikt u op 
Verwijderen (5).
Wanneer u de standaardinstellingen wilt 
herstellen, klikt u op Alles herstellen (6).
4.
Herhaal stap 2 en 3 totdat u de gewenste 
sneltoetsen hebt opgegeven voor de 
opdrachten. Klik vervolgens op Sluiten.
5.
Klik op OK in het dialoogvenster Opties.
Toepassingskleur 
aanpassen
U kunt de toepassingskleuren selecteren.
Klik op Toepassingskleur (1), selecteer de 
gewenste kleuren in (2) en klik vervolgens op OK.
(A) Met het selectievakje Statusbalk tonen 
bepaalt u of u de statusbalk wilt tonen of 
verbergen. Als u de statusbalk wilt tonen, 
schakelt u het selectievakje in.
Het aantal sprongen opgeven voor een 
borduurontwerp in een DST-bestand
Bij DST-bestanden kunt u opgeven of de 
overspringende steek wordt afgeknipt volgens het 
aantal springcodes. Het aantal codes verschilt naar 
gelang de borduurmachine die u gebruikt.
Selecteer DST-instellingen (1), geef het aantal 
sprongen op en klik vervolgens op OK.
Wanneer u een instelling voor import wilt 
opgeven, voert u een waarde in naast DST-
importinstelling
 (2). Wanneer u een 
instelling voor export wilt opgeven, voert u een 
waarde in naast DST-exportinstelling (3).
1
2
(1)
(4)
(5)
(6)
(3)
(2)
(A)
1
2
1
2
3
XE8659-001.book  Page 280  Thursday, June 24, 2010  10:36 AM