Panasonic dmc-lz10 Operating Guide

Page of 127
-  -
Geavanceerd opnemen
[BURSTFUNCTIE]
Snel achter elkaar opnamen maken
Wanneer u de ontspanner ingedrukt houdt, 
worden verscheidene beelden na elkaar 
opgenomen.
Burstmodus
Burstsnelheid 
2,5 fps
Ong. 2 fps
Aantal 
mogelijke 
opnames
G
Max. 3 
frames 
(DMC-LZ10)/ 
Max. 4 
frames 
(DMC-LZ8)
Afhankelijk van 
de resterende 
capaciteit van 
het interne 
geheugen of de 
kaart.
H
Max. 5 
frames 
(DMC-LZ10)/ 
Max. 7 
frames 
(DMC-LZ8)
  De burstsnelheid is constant ongeacht 
de overdrachtsnelheid van de kaart.
Het brandpunt wordt bij de eerste foto 
bepaald. Belichting en witbalans variëren 
volgens de instelling van de burstmodus. 
(Wanneer de burstmodus is ingesteld 
op [
], worden de waarden van de 
eerste foto vast ingesteld en wanneer 
de burstsnelheid is ingesteld op [
], 
worden ze bij het nemen van een foto 
telkens weer ingesteld.)
Bij gebruik van de zelfontspanner is het 
aantal mogelijke opnames in burstmodus 
vast ingesteld op 3.
In burst-modus is de flitser vast ingesteld 
op GEDWONGEN UIT [ ].
De burstmodus wordt niet geannuleerd 
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Wanneer de burstmodus is ingesteld op 
[
], verlaagt de burstsnelheid halverwege. 
(De exacte timing hiervan hangt af van het 
type kaart en de instellingen.)
De burstsnelheid kan verlagen wanneer 
de ISO-gevoeligheid te hoog is ingesteld 
of op een donkere plaats.
Wanneer u een bewegend onderwerp 
volgt bij het fotograferen op een plaats 
met grote verschillen tussen licht en 
schaduw, kan de belichting mogelijk niet 
worden geoptimaliseerd.
Wanneer foto's in de burstmodus worden 
opgeslagen in het interne geheugen, kan het 
opslaan van de gegevens enige tijd duren.
In burstmodus wordt auto review 
geactiveerd zelfs als deze instelling is 
uitgeschakeld.
De burstmodus kan niet worden ingesteld 
in de modi [STERRENHEMEL] en [HI-
SPEED BURST].
Het auto steunwijze plaatsen wordt 
geannuleerd wanneer [BURSTFUNCTIE] 
wordt geactiveerd.
T
[KL. EFFECT]
KL. EFFECT]
Kleureffecten instellen voor 
gemaakte opnamen
U kunt opvolgende kleureffecten gebruiken 
afhankelijk van de afbeelding op de foto.
Item
Instelling
UIT   
Standaardinstelling
Z/W
Voor zwart/wit-beelden
SEPIA
Voor sepiakleurige beelden
COOL
Meer blauw
WARM
Meer rood
Bij het fotograferen op donkere plaatsen 
kan beeldruis optreden. Als dit u stoort, 
raden wij aan [KLEUREFFECT] in te 
stellen op [UIT].
In slimme auto modus [
] kunnen 
[COOL] en [WARM] niet worden 
ingesteld.
In slimme auto modus [
] wordt dit 
afzonderlijk van andere modi ingesteld.
Druk op [