Panasonic dmc-lz10 Operating Guide

Page of 127
-  -
Geavanceerd opnemen
U
[FOTO INST.]
Beeldkwaliteit instellen voor 
gemaakte opnamen
Stel FOTO. INST. in volgens 
opnamesituatie en opnamebeelden.
CONTRAST Regel het verschil tussen 
licht en donker op de foto.
SCHERPTE
De foto is scherp (+) of 
onscherp (–).
VERZADIGING De kleuren van de foto zijn 
fel (+) of natuurlijk (–).
RUISREDUCTIE Het ruisonderdrukkingseffect 
wordt geregeld.
Wanneer het ruisonderdrukkingseffect 
wordt versterkt, neemt de ruis af maar 
kan ook de beeldresolutie iets lager 
zijn. Om ruis te verminderen zonder het 
ruisonderdrukkingseffect te versterken, 
verlaagt u de instelling voor alle items 
behalve [RUISREDUCTIE].
Druk op [
[STABILISATIE]
Deze functie merkt beweging op 
en corrigeert het
MODE1 
(
)
Het stabilisatiesysteem 
functioneert altijd en helpt 
bij het bepalen van de 
fotocompositie.
MODE2 
(
)
De beweging wordt 
gecompenseerd wanneer de 
ontspanknop wordt ingedrukt. 
Er is een groter stabilisatie-
effect.
OFF
(
)
Indien beeldstabilisatie niet 
gewenst is.
De stabilisatiefunctie werkt in de 
volgende situaties mogelijkerwijs niet, 
dus let extra op dat u de camera niet 
beweegt tijdens het indrukken van de 
ontspanknop.
Wanneer er teveel bewogen wordt.
Wanneer de zoomfactor hoog is.
In digitaal zoombereik.
Bij het nemen van foto’s terwijl u een 
bewegend onderwerp volgt.
Als de sluitertijd extreem langzaam is 
door duisternis of een andere oorzaak.
In slimme auto modus [
] is [UIT] niet 
selecteerbaar.
Het is vast ingesteld op [MODE2] in 
[ZELFPORTRET] modus en [UIT] in 
[STERRENHEMEL] modus.
In de filmstand kan [
i], [MODE2] niet 
worden ingesteld.