Panasonic dmc-lz10 Operating Guide
- -
Geavanceerd opnemen
U
[FOTO INST.]
Beeldkwaliteit instellen voor
gemaakte opnamen
gemaakte opnamen
Stel FOTO. INST. in volgens
opnamesituatie en opnamebeelden.
opnamesituatie en opnamebeelden.
CONTRAST Regel het verschil tussen
licht en donker op de foto.
SCHERPTE
De foto is scherp (+) of
onscherp (–).
onscherp (–).
VERZADIGING De kleuren van de foto zijn
fel (+) of natuurlijk (–).
RUISREDUCTIE Het ruisonderdrukkingseffect
wordt geregeld.
Wanneer het ruisonderdrukkingseffect
wordt versterkt, neemt de ruis af maar
kan ook de beeldresolutie iets lager
zijn. Om ruis te verminderen zonder het
ruisonderdrukkingseffect te versterken,
verlaagt u de instelling voor alle items
behalve [RUISREDUCTIE].
wordt versterkt, neemt de ruis af maar
kan ook de beeldresolutie iets lager
zijn. Om ruis te verminderen zonder het
ruisonderdrukkingseffect te versterken,
verlaagt u de instelling voor alle items
behalve [RUISREDUCTIE].
•
Druk op [
[STABILISATIE]
Deze functie merkt beweging op
en corrigeert het
en corrigeert het
MODE1
(
)
Het stabilisatiesysteem
functioneert altijd en helpt
bij het bepalen van de
fotocompositie.
MODE2
(
)
De beweging wordt
gecompenseerd wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Er is een groter stabilisatie-
effect.
OFF
(
)
Indien beeldstabilisatie niet
gewenst is.
De stabilisatiefunctie werkt in de
volgende situaties mogelijkerwijs niet,
dus let extra op dat u de camera niet
beweegt tijdens het indrukken van de
ontspanknop.
Wanneer er teveel bewogen wordt.
Wanneer de zoomfactor hoog is.
In digitaal zoombereik.
Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
In slimme auto modus [
] is [UIT] niet
selecteerbaar.
Het is vast ingesteld op [MODE2] in
[ZELFPORTRET] modus en [UIT] in
[STERRENHEMEL] modus.
In de filmstand kan [
i], [MODE2] niet
worden ingesteld.
•
–
–
–
–
–
•
•
•