Panasonic KXMB1520SP Operating Guide

Page of 88
3.1 Afdrukken vanuit
Windows-toepassingen
U kunt bestanden afdrukken die in Windows-toepassingen zijn
gemaakt. U drukt bijvoorbeeld als volgt af vanuit WordPad:
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer [Print...] in het menu [File].
R Het dialoogvenster [Print] wordt weergegeven.
Klik voor meer informatie over het dialoogvenster
[Print] op [?] en klik vervolgens op het gewenste
onderdeel.
* Het afgebeelde model is de KX-MB1520.
Opmerking:
R In Microsoft PowerPoint
®
 selecteert u [Color] of
verwijdert u het vinkje naast [Grayscale] in het
afdrukdialoogvenster zodat de gekleurde of grijze tekst
correct in grijstinten wordt afgedrukt.
3
Selecteer de apparaatnaam als de actieve printer.
R Als u tijdens het installeren de naam van het apparaat
hebt gewijzigd, selecteert u die betreffende naam in de
lijst.
R U wijzigt de printerinstellingen als volgt.
Voor Windows 2000:
Klik op het gewenste tabblad en wijzig de
printerinstellingen.
Voor Windows XP/Windows Vista/Windows 7:
Klik op [Preferences] en selecteer het gewenste
tabblad. Wijzig de printerinstellingen en klik op [OK].
4
Klik op [Print].
R Het afdrukken wordt gestart.
afdruktaak.
papierspecificaties.
R Als er een fout tijdens het afdrukken optreedt, wordt Device
Monitor (pagina 64) automatisch gestart en wordt de
foutmelding weergegeven.
De printereigenschappen instellen
U kunt de printerinstellingen wijzigen in stap 3. Het wordt
aanbevolen het papier op het apparaat zelf te testen (vooral
speciale formaten en typen), voordat u grotere hoeveelheden
aanschaft.
Op de volgende tabbladen kunt u de instellingen wijzigen of
weergeven.
[Basic]: Papierformaat, type media, pagina’s per vel, enz.
[Output]: Aantal afdrukken, sorteren, enz.
[Quality]: Kwaliteit, contrast, tonerbesparing, enz.
[Effects]: Watermerk, overlappen.
[Profile]: De gewenste instellingen opslaan, de opgeslagen
instellingen selecteren, enz.
[Support]: Versie-informatie.
Opmerking:
R Selecteer het juiste type media op het tabblad [Basic] voor
het afdrukpapier.
Type afdrukpapier
Type media
Normaal papier
75 g/m
2
 tot 90 g/m
2
[Plain Paper]
Dun papier
64 g/m
2
 tot 75 g/m
2
[Thin Paper]
Dik papier
90 g/m
2
 tot 165 g/m
2
[Thick Paper]
Etiket
[Label]
R Als u afdrukt vanaf de computer, krijgen de ingestelde
printereigenschappen voorrang op de volgende functies
die in het apparaat zijn geprogrammeerd:
– instelling type media (functie #383 op pagina 53 en
functie #384 op pagina 53),
– instelling tonerbesparing (functie #482 op
Op etiketten afdrukken
U kunt niet alleen op normaal papier afdrukken, maar ook op
bijzondere materialen (etiketten).
R Zie pagina 80 voor meer informatie over afdrukpapier.
R Zie pagina 17 voor het plaatsen van papier.
Gebruik etiketten die geschikt zijn voor laserprinters.
Aanbevolen worden:
Avery
®
5160/5161/5162/5163/5164/5165/5167/5168
XEROX
®
LWH100/LWH110/LWH120/LWH130/LWH140
Gebruik de lade voor handmatige papierinvoer voor
het afdrukken van etiketten.
Plaats de etiketvellen voor het afdrukken één voor één
met de te bedrukken zijde naar boven.
Verwijder elk etiket na afdrukken.
R Gebruik de volgende soorten etiketten niet:
– etiketten die gekreukt, beschadigd of los van de
ondergrond zijn,
– vellen met etiketten waarvan etiketten zijn verwijderd,
25
3. . Printer
3. Printer