Panasonic DMCTZ71EG Operating Guide

Page of 305
Wi-Fi/NFC
Beelden automatisch overbrengen  [Smart transfer]
SQW0202
- 247 -
[Doelapparaat instellen]
Hiermee verandert u de overdrachtsbestemming van beelden en instellingen.
Selecteer [Wi-Fi setup] in het menu [Wi-Fi] en druk op  
[MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Smart transfer] en 
druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Doelapparaat 
instellen] en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer met de cursortoets een onderdeel en druk op 
[MENU/SET]
Onderdeel
Beschrijving
[Doelapparaat]
Verander de overdrachtsbestemming.
[PC], [Cloud-synchr. service], [AV-toestel]
 •Het draadloze toegangspunt wijzigen waarmee u een verbinding wilt 
maken
  Selecteer [Toegangspunt wijzigen] en druk op [MENU/SET]
(als u [Cloud-synchr. service] hebt geselecteerd, selecteert u [Ja] bij 
het bevestigingsscherm van de verbindingsbestemming en drukt u op 
[MENU/SET].)
  Selecteer de methode voor het maken van een verbinding met een 
draadloos toegangspunt en stel in
 •Voor meer informatie 
.
[Grootte]
Het formaat van het over te brengen beeld wijzigen.
[Origineel], [Wijzig]
 •[Wijzig]:  [M] of [S] kan voor fotoresolutie worden geselecteerd. 
De beeldverhouding van het beeld verandert niet.
[Bestandsindeling]
*
1
[JPG], [RAW+JPG], [RAW]
[Locatiegeg. 
wissen]
*
2
U kunt selecteren of plaatsinformatie van het beeld moet worden 
verwijderd bij de overdracht van beelden.
[ON]:  de plaatsinformatie wissen en overbrengen.
[OFF]:  overbrengen zonder plaatsinformatie te verwijderen.
 •De plaatsinformatie wordt alleen verwijderd van de overgebrachte beelden.
(Plaatsinformatie wordt niet verwijderd van beelden in dit apparaat.)
[Cloudbeperking]
*
2
U kunt selecteren of u [Smart transfer] uitvoert wanneer de cloud-map te 
weinig vrije ruimte heeft.
[ON]:  geen beelden overbrengen.
[OFF]:  oudste beelden op volgorde verwijderen en nieuwe beelden 
overbrengen.
*
1
 Alleen beschikbaar wanneer de [Doelapparaat] is ingesteld op [PC].
*
2
 Alleen beschikbaar wanneer de [Doelapparaat] is ingesteld op [Cloud-synchr. service].