Panasonic DMC-TZ5 Operating Guide
28
VQT1Q03
VQT1Q03
29
Standaardbediening
1
Foto's nemen met
automatische instellingen
U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden de beste
instellingen gebruikt op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en
‘afstand’. Zo maakt u scherpe foto's zonder de camera handmatig in te stellen.
instellingen gebruikt op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en
‘afstand’. Zo maakt u scherpe foto's zonder de camera handmatig in te stellen.
Automatisch scènes
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende omstandigheden.
•
Gezichtscontrast, kenmerken van onderwerp
(grootte, afstand, kleur, beweging),
zoomfactor, zonsondergang, zonsopgang,
geringe helderheid, trillende camera.
Als het gewenste scènetype niet wordt
geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
bijbehorende opnamemodus selecteren.
Bij ‘i NACHTL.SCHAP’ en
‘i NACHTPORTRET’ raden we u aan statief en zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
seconden met ‘i NACHTL.SCHAP’. Beweeg de camera niet.
De instellingen voor de volgende functies staan vast.
•
AUTO REVIEW: 2 SEC. • BATT. BESP.: 5 MIN. • RICHTLIJNEN:
•
WITBALANS: AWB • KWALITEIT:
(Fijn)
1
• AF MODE:
(Gezichtsdetectie)
2
• AF ASS. LAMP: ON • MEETFUNCTIE:
(Multiple)
1
Alleen 0,3 M
(standaard)
2
(9 punten) als gezicht niet kan worden herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
‘HISTOGRAM’, ‘BELICHTING’, ‘AUTO BRACKET’, ‘WB INSTELLEN’, ‘DIG. ZOOM’,
‘KORTE SLUITERT.’, ‘AUDIO OPNAME’
De camera vasthouden
•
Blokkeer nooit de flitser of de lamp. Kijk niet van
dichtbij in de flitser of de lamp.
•
Raak de lens niet aan.
•
Houd uw armen strak tegen uw lichaam en zet uw
benen iets uit elkaar.
•
Zorg dat de microfoon niet is geblokkeerd als u geluid opneemt.
•
De camera verticaal vasthouden (→blz. 31)
Microfoon
(bovenkant)
Flitser Lampje
Bijv. bij te groot gezicht – ‘i PORTRET’ wordt
‘i MACRO’
1
Schakel de camera in
De statusindicator licht
ongeveer 1 seconde op.
ongeveer 1 seconde op.
2
Stel in op
3
Stel in op
(Modus INTELLIGENT
AUTO)
4
Maak een foto
Half indrukken
(Stel scherp)
Volledig
indrukken
U ziet gedurende 2 seconden het blauwe
pictogram van de herkende scène.
• Als u de camera ergens
op richt, wordt de scène
beoordeeld en worden
automatisch de beste
instellingen gekozen.
beoordeeld en worden
automatisch de beste
instellingen gekozen.
Compensatie achtergrondlicht (backlight)
(zorgt bij tegenlicht voor helderder onderwerp)
• Belichtingscompensatie uitschakelen
→ druk opnieuw op ▲.
Wordt weergegeven wanneer de compensatie is ingeschakeld.
Flitser gebruiken
Selecteer
(Auto) of
(flits gedwongen uit).
Bij gebruik van
wordt automatisch geschakeld tussen
(Auto) /
(Auto/Rode-ogenreductie) /
(Lngz.
en
een tweede maal geflitst voor rode-
ogenreductie.
Scherpstelgebied → (blz. 41).
Naast het automatische onderscheid van scènes worden automatisch ‘SLIMME ISO
’,
‘I.CONTRAST’, ‘STABILISATIE’ en ‘CONTINU AF’ gebruikt.
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus INTELLIGENT AUTO.
• Menu OPNAME: ‘FOTO RES.
’, ‘ASPECTRATIO’, ‘BURSTFUNCTIE’, ‘KLEURFUNCTIE
’ en ‘STABILISATIE
’
• Menu SET-UP: ‘KLOKINST.’, ‘WERELDTIJD’, ‘REISDATUM’, ‘TOON
’ en ‘TAAL’
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
Statusindicator
Ontspanknop
Herkent ‘i PORTRET’
Volgt gezicht voor scherpe, duidelijke beelden.
Herkent ‘i LANDSCHAP’
Maakt scherpe foto's van
landschappen (dichtbij en veraf).
Herkent ‘i MACRO’
Beoordeelt de afstand om scherpe foto's te
maken van dichtbij gelegen onderwerpen.
Herkent ‘i NACHTPORTRET’
Maakt heldere, natuurlijke foto’s van
mensen en nachtlandschappen.
(Alleen met
)
Herkent ‘i NACHTL.SCHAP’
Legt met een lange sluitertijd natuurlijke
kleuren vast. (Alleen met
kleuren vast. (Alleen met
)
Herkent beweging
Beoordeelt de beweging van het
onderwerp (om onscherpe foto’s te
voorkomen) als de scène niet met een
van de bovenstaande overeenkomt.