Panasonic DMC-TZ5 Operating Guide

Page of 52
60   
VQT1Q03
VQT1Q03
   61
Bepaalde positie voor 
scherpstelling
  Scherpstellen op 1 punt 
(hoge snelheid) 
 Scherpstellen op 1 punt
 Scherpstelling op spot
Scherpstellen op 1 punt (hoge snelheid)/
Scherpstellen op 1 punt:
Er wordt scherpgesteld op het 
AF-gebied in het midden van de 
foto.(Aanbevolen wanneer u moeilijk 
kunt scherpstellen)
Scherpstelling op spot:
Er wordt scherpgesteld 
op een kleiner gebied.
AF-gebied
AF-
spotgebied
 Bij gebruik van 
 of 
, kan het beeld even bevriezen voordat het scherp is.
 Het AF-gebied wordt groter op donkere locaties of wanneer u de digitale zoom gebruikt.
 Gebruik 
 of 
 wanneer het moeilijk is om scherp te stellen met 
.
 U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen.
  
 
In de scènemodi ‘NACHTL. SCHAP’, ‘VOEDSEL’, ‘STERRENHEMEL’, ‘VUURWERK’, 
‘LUCHTFOTO’, ‘ONDER WATER’, 
(modus BEWEGEND BEELD)
 Als er andere onderwerpen dan een persoon als gezicht worden gedetecteerd, stelt u 
de AF mode in op een andere optie dan ‘Gezichtsdetectie’.
 De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden. (AF 
mode ingesteld op
)
Toepassingen
(Fotograferen)
10
Gebruik van het menu OPNAME 
(vervolg)
Opname/weergave-schakelaar:
•  Als het gezicht niet of niet helemaal naar 
de camera kijkt
•  Als het gezicht is verborgen achter een 
zonnebril of iets dergelijks.
•  Als het gezicht heel helder of donker is
•  Als het gezicht klein lijkt op het scherm
•  Bij snelle bewegingen
•  Als de camera trilt
•  Als het onderwerp geen mens is, 
maar bijvoorbeeld een huisdier
•  Bij gebruik van digitale zoom
 CONTINU AF
De scherpstelling past zich voortdurend aan de beweging van het onderwerp aan, zelfs 
als u niet op de ontspanknop drukt. (Vergt meer van de batterij)
 Instellen:   Modusknop 
 
 
 
 → Druk op ‘MENU/SET’ → Selecteer 
‘CONTINU AF’ (blz. 20)
 Instellingen:  OFF  /ON 
(
 weergegeven op het scherm)
 Het scherpstellen kan even duren als u plotseling inzoomt van maximale groothoek 
naar maximale tele, of plotseling dichter naar het onderwerp loopt.   
 Druk de ontspanknop half in als u moeilijk kunt scherpstellen.
 Wanneer  u 
, of 
 ‘AF MODE’ gebruikt, wordt snel scherpgesteld als u de 
ontspanknop half indrukt.
 BURSTFUNCTIE
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de 
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
 Instellen:   Modusknop 
 
 
 
 → Druk op ‘MENU/SET’ → Selecteer 
 
Instellingen
BURST-instelling
Snelheid Aantal 
foto’s
  1
  OFF  
Geen burstfunctie
(Burstfunctie)
2,5 foto’s/sec. 
(DMC-TZ5/DMC-TZ15)
3 foto’s/sec.
(DMC-TZ4/DMC-TZ11)
  Fijn:  max. 3 
(max.4: DMC-TZ4/DMC-TZ11)
  Standaard:  max. 5 
(max.7: DMC-TZ4/DMC-TZ11)
 (Vrij)
Ongeveer 2 foto’s/
sec
  2
Tot kaart/ingebouwd geheugen vol is
1
 :  Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
2
 :  Wordt steeds trager. (Vertraging wordt bepaald door type kaart, FOTO RES. en KWALITEIT.)
 De scherpstelling wordt vastgezet op basis van de eerste foto.
 Als  u 
(Burstfunctie) selecteert, worden de belichting en witbalans vastgezet op 
basis van de eerste foto.
 Als  u 
 hebt geselecteerd, wordt voor elke foto de belichting en witbalans aangepast.
 De burstsnelheid kan lager zijn bij een hoge ‘GEVOELIGHEID’ of bij een langere 
sluitertijd in donkere omgevingen.
 Bij gebruik van BURSTFUNCTIE kan er niet worden geflitst en wordt AUTO BRACKET 
geannuleerd.
 
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt 
uitgeschakeld.
 Als u de BURSTFUNCTIE gebruikt bij het volgen van een bewegend onderwerp in locaties 
met grote verschillen in helderheid (bijvoorbeeld binnen versus buiten), kan het even duren 
voordat de belichting is gestabiliseerd en bereikt u mogelijk geen optimale belichting.
 Automatische weergave wordt uitgevoerd ongeacht de instelling voor ‘automatische weergave’.
 Als u de scènemodus ‘HI-SPEED BURST’ gebruikt, kunt u sneller achter elkaar foto’s 
 I.CONTRAST
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de 
belichting aan voor meer levensechte kleuren.
 Instellen:   Modusknop 
 → Druk op ‘MENU/SET’ → Selecteer ‘I.CONTRAST’ (blz. 20)
 Instellingen:   OFF   /ON 
(
 
 
weergegeven op het scherm)
 Als u ‘ON’ kiest, verandert de instelling ‘100’ van ‘GEVOELIGHEID’ in ‘AUTO’.