Panasonic KXFP145BL Instruction Manual
6. Antwoordapparaat (alleen KX-FP145)
41
Optie
6.9 Opgenomen berichten
naar een andere telefoon
verzenden
naar een andere telefoon
verzenden
Met deze functie kunt u het apparaat een bepaald
telefoonnummer laten bellen als er een inkomend bericht
is opgenomen. U kunt via de afstandsbediening de
doorgezonden berichten ophalen.
telefoonnummer laten bellen als er een inkomend bericht
is opgenomen. U kunt via de afstandsbediening de
doorgezonden berichten ophalen.
L
Sla de uitvouwpagina open voor de positie van de
toetsen.
toetsen.
Belangrijk:
L
Als u deze functie wilt gebruiken, programmeert
u eerst het telefoonnummer waarnaar het bericht
wordt doorverzonden (functie #60, pagina 46) en
stelt u het apparaat in op TAD/FAX.
u eerst het telefoonnummer waarnaar het bericht
wordt doorverzonden (functie #60, pagina 46) en
stelt u het apparaat in op TAD/FAX.
L
Schakel de gesproken instructies in (functie #47
op pagina 45) of neem vooraf uw eigen
doorzendbegroeting op.
op pagina 45) of neem vooraf uw eigen
doorzendbegroeting op.
6.9.1 Hoe deze functie werkt
1
Een inkomend bericht wordt op het apparaat
opgenomen.
opgenomen.
2
Het apparaat belt het telefoonnummer voor
doorverzenden.
doorverzenden.
3
U beantwoordt de oproep op het
doorverzendnummer.
doorverzendnummer.
4
Het apparaat laat de eerder opgenomen
doorzendbegroeting horen.
doorzendbegroeting horen.
L
U kunt een doorzendbegroeting opnemen.
5
U voert de afstandbedieningscode in en ontvangt het
bericht via afstandsbediening (pagina 37).
bericht via afstandsbediening (pagina 37).
Tip:
L
Berichten in het spraakpostvak worden niet
doorverzonden.
doorverzonden.
6.9.2 De doorzendbegroeting
opnemen
opnemen
De opnametijd is beperkt tot 16 seconden.
Voorbeeldbericht: “Dit is een doorverzonden bericht
van (uw naam, bedrijfsnaam en/of telefoonnummer).
Voer uw afstandsbedieningscode in.”
van (uw naam, bedrijfsnaam en/of telefoonnummer).
Voer uw afstandsbedieningscode in.”
1
Druk op {MENU}.
2
Druk op {#} en vervolgens op {6}{1}.
3
Druk op {A} of {B} om “RECORD” te selecteren.
4
Druk op {SET}.
5
Spreek duidelijk, op ongeveer 20 cm afstand van de
microfoon.
microfoon.
L
De display geeft weer hoeveel opnametijd nog
over is.
over is.
6
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op {STOP}.
L
Het apparaat herhaalt uw bericht.
7
Druk op {MENU}.
De doorzendbegroeting controleren
1. Druk op {MENU}, {#}{6}{1}.
2. Druk op {A} of {B} om “CHECK” te selecteren.
3. Druk op {SET}.
L
Het apparaat laat het bericht horen.
4. Druk op {MENU}.
De doorzendbegroeting wissen
1. Druk op {MENU}, {#}{6}{1}.
2. Druk op {A} of {B} om “ERASE” te selecteren.
3. Druk op {SET}.
4. Druk op {MENU}.
Opmerking:
L
Als er een oproep wordt doorverzonden, wordt de
standaarddoorzendbegroeting weergegeven.
standaarddoorzendbegroeting weergegeven.
L
Als de gesproken instructies zijn uitgeschakeld
(functie #47 op pagina 45) en u uw eigen
doorzendbegroeting hebt gewist, wordt de
doorzendfunctie uitgeschakeld.
(functie #47 op pagina 45) en u uw eigen
doorzendbegroeting hebt gewist, wordt de
doorzendfunctie uitgeschakeld.
Semafoonoproep
Met deze functie kunt u het apparaat uw semafoon laten
oproepen als een inkomend bericht is ontvangen.
oproepen als een inkomend bericht is ontvangen.
1. Druk op {MENU}.
2. Druk op {#} en vervolgens op {7}{0}.
3. Druk op {A} of {B} om “ON” te selecteren.
4. Druk op {SET}.
5. Voer uw semafoonnummer en/of pauzes in
(maximaal 46 cijfers).
Voorbeeld:
1 202 555 1234PP12345678
–
Voorbeeld:
1 202 555 1234PP12345678
–
1 202 555 1234: Uw semafoonnummer
–
PP: Pauze
–
12345678: Uw semafoontoegangscode, indien
vereist.
vereist.
6. Druk op {SET}.
L
Het apparaat belt het opgeslagen nummer.
7. Controleer of uw semafoon de testoproep heeft
ontvangen.
8. Druk op {DIGITAL SP-PHONE}.
FP141-145BL_nl.book Page 41 Friday, August 22, 2003 2:08 PM